donderdag 28 januari 2010

Marathonteam

Het Bikefreak Magazine Marathonteam gaat dit jaar bestaan uit Tibor en ondergetekende. Voor de gelegenheid hebben we een site gemaakt, waar we onze belevenissen bij gaan houden. De meeste mountainbike-gerelateerde verhalen zullen vanaf nu op die site verschijnen. Wat niet inhoudt dat ik deze site niet meer bij ga houden, overigens.  M'n eerste blog op de nieuwe site (waar Tibor ook op gaat bloggen, in het Engels) staat online. Link:

http://www.bfm-marathonteam.nl

donderdag 21 januari 2010

Donker


Meestal ben ik niet zo van het fietsen van een vaste route. Laat mij maar lekker m'n eigen rondje rijden over m'n favoriete paden. Als je in een onbekend gebied bent, is een bepijlde route wel zo fijn.

Maandag met m'n broer Sjoerd afgereisd naar Zuid-Limburg. Planning: de Mergellandroute volledig rijden. Vanwege de sneeuw en gladheid op de mountainbike. Om een lang verhaal kort te maken: we waren niet voor het donker terug. Maar we reden hem wel volledig rond. Een keer of vijf dachten we dat we wel bijna weer bij de auto moesten zijn. Het leek wel of we zes keer Valkenburg aandeden. Plusminus 110 kilometer stond er op de bordjes. Het werden er 132. In een hele lange tijd bruto, precies 5,5 uur netto. Twee keer stonden we stil voor in totaal drie lekke banden, een keer gepauzeerd onder aan Camerig met een goddelijk stuk Limburgse vlaai. Ik wist het (onbewust) te presteren om om een stuk appeltaart te vragen. Werd wat raar aangekeken.

Uiteindelijk reden we bijna een uur door het duister. Niet heel erg fijn. Conditioneel ging het echter goed. Het lange klimmen was vooral genieten. Sjoerd zag vanwege een krachttraining een dag eerder af. Aan het eind zat hij er goed doorheen maar

(een echte Van Loon blijft altijd positief. Quote van Sjoerd: "Ik zit op m'n omslagpunt in je wiel. Prachtig!". Positivo Erben Wennemars had het  kunnen zeggen. Ik kan me mooiere situaties voorstellen, dat terzijde. Afzien in iemands wiel is mentaal zwaarder dan alleen afzien. Toch? Of ligt het eraan hoe je het bekijkt?)


het tempo bleef goed hoog. Aan het eind ook nog de gigantische verleiding van een cafetaria in Geulle kunnen weerstaan. Binnen een uur en een kwartier waren we weer thuis. Wat een verademing die A73. In februari gaan we de Ardennen in. Kijken of ze daar wel appeltaart hebben.

dinsdag 5 januari 2010

Haast



Schaatswedstrijd. Het startschot valt. Erben Wennemars rent weg en iedere Nederlandse schaatsliefhebber zit met dichtgeknepen billen voor de televisie: ga schaatsen, Erben, ga schaatsen. Maak die slag af!  In hoog tempo schieten Erbens korte beentjes over het ijs. Zijn mond gaat in hetzelfde hoge ritme van wijd open tot potdicht, zijn tong half naar buiten. Hij hapt naar lucht en wordt al een beetje rood, komt op snelheid. Z'n prikslag wordt een schaatsbeweging. Of niet. Gaat Erben na een halve ronde echt schaatsen, dan is het raak. Maar vergeet hij dat in al zijn haastigheid, dan wordt het niks. Na afloop praat hij in hetzelfde hoge tempo (bij een slecht resultaat) of  nog hoger tempo (bij succes)  Nederland bij over zijn ervaringen.

Het hierboven geschetste beeld is jammergenoeg verleden tijd.Wennemars stopt ermee. Na het niet halen van de Olympische Spelen op een honderdste van een seconde - denk daar  eens  over na- wil ie het NK sprint niet meer rijden en sluit hij zijn loopbaan deze week af op natuurrijs, in zijn eigen woon- en geboorteplaats Dalfsen.

Respect voor zijn beslissing.  Zijn haastige spoed is nu wel goed. Ik hoop met 'm mee op een Elfstedentocht.

zaterdag 2 januari 2010

Meten

Het is de vraag die 's winters consequent bij elke wedstrijdfietser in zijn achterhoofd meespeelt: hoe staat het met de conditie? Een vraag die pas beantwoord kan worden in de lente, na de eerste echte wedstrijd van het seizoen. Fietsers zijn echter ongeduldig en vooral: onzeker. Train ik wel genoeg? Doen mijn concurrenten niet meer? Oplossing voor al die onzekerheid is het inlassen van een meetmoment.

Kan op elk moment, mits je iemand hebt om tegen te fietsen. Even een keer doortrekken op een klimmetje, bijvoorbeeld. Kan je fietsmaat je overduidelijk makkelijk volgen, ben jij een stuk onzekerder en heb je een zand in de ogen strooiende smoes ("ik zat ruim onder mijn omslagpunt") altijd voorhanden. Nou is het de laatste jaren altijd zo geweest dat mijn condititie eind december en begin januari een erg groot dieptepunt bereikte. Deze winter heb ik dat proberen te voorkomen. Mijn meetmoment om het resultaat van dat probeersel te controleren: de oliebollenwedstrijd van m'n nieuwe club Licht Verzet in het Grundig Bos.

Als ik zeg dat ik ergens zesde of zevende was op respectabele afstand van een paar gasten die ik zomers toch een heel eind bij kan houden, zou je denken dat mijn experiment gruwelijk mislukt is. Integendeel. Ik twijfel niet. Het zit wel goed. Die gasten pieken te vroeg, zijn in maart in topvorm en op in juni. Daarbij: Ik fietste met anderhalve centimeter speling op mijn achterwiel, reed rond met een te smal stuur, te korte stuurpen, een niet werkende voorvork en een slechte concentratie. Het eerste rondje kon ik aardig mee, had geen zin om heel erg diep te gaan en teveel risico's te nemen. Een valpartij kon heel m'n seizoen verpesten. Ja, en ik had een aardige verkoudheid pas net achter de rug. Weinig geslapen ook, van woensdag op donderdag en voordat ik ging slapen toch wel een paar biertjes op en twee uur staan te volleyballen. En..

Stop. Genoeg gesmoest. Ik hoor er gewoon bij. Ben verdomd onzeker over die conditie. Het is nog minder dan vier maanden tot de eerste marathon, en nog 196 dagen tot de start van de Transalp. Gas erop.

En er nog ongesoigneerd bijrijden ook.