vrijdag 16 oktober 2009

Grijs

Twee keer deze week zag ik het voorbij komen. Coaches die het hebben over de 'kleuren' zwart, wit en wat daartussenin ligt: grijs. Eerst zag ik het op internet in een documentaire van Smeets over vader en zoon Selinger (hier aangekondigd door de maker). Gisteren zag ik het toevallig langskomen in het sportjournaal. Maradona had het erover in zijn persconferentie na de door het oog van de naald-WK-plaatsing van zijn Argentinië. Mooi trouwens die vreugde uitbarsting van hem een paar dagen eerder. Als een pinguin over het ijs, schoof pluisje over het gras. Iedereen in zijn positie had hetzelfde gedaan, want bij mislukking had Diego (misschien wel letterlijk) geen leven meer gehad in Argentinie. Die had heel snel moeten emigreren.


Maar goed, over de trainer Maradona wil ik het niet hebben. Wel over zwart, wit en grijs en die twee andere trainers. Arie en Avital Selinger. Van het volleybal. Wil je er alles over weten, (tip) kijk de docu van Smeets. Samengevat: de twee Selingers zijn mannen van volledige toewijding. Voor hun is dat het volleybalspel. Die mannen kennen, zo zeggen ze ook letterlijk, geen grijs. Of je gaat er - net als hun - voor de volle honderd procent voor, of je gaat er niet voor. Ja of nee. Wit of zwart. Punt. Geen discussie mogelijk. Arie zette het Bankras-model op. Zoon doet dat nu voor een deel na. Principe: huur een sporthal, ga daar fulltime volleyballen en niets anders dan volleyballen. Het heeft Nederland uiteindelijk een gouden volleybalmedaille opgeleverd. Zonder de Selingers overigens, maar dat is een ander verhaal. Ze willen er niks over kwijt.


Die gouden Olympische medaille. Ik herinner het me nog goed. 1996. Ik heb er die avond niks van gezien. Wel gehoord. Op vakantie met familie en vrienden lagen we met twee kleine, gehuurde plezierjachten in Lemmer (we hadden iemand bij die leek op Rintje Ritsma, vandaar dat ik het nog weet) . Ik was twaalf, m'n twee broers al wat ouder en die gingen uit. Ik luste toentertijd alleen maar ranja en was totaal niet jaloers. Nee, want ik kon mooi het volleybal luisteren op de radio. De hele avond heb ik met één oor zo'n beetje in de kleine speakers van die boot gezeten. Nederland klopte in een op de radio zelfs bloedstollende wedstrijd Italië en ik kon niet wachten om het heugelijke nieuws aan m'n braaf op tijd van de kroeg terugkerende broers te vertellen. Bleek dat het voor hun geen nieuws meer was. Ze hadden het al gezíen notabene, op de televisie in de kroeg. En of ik jaloers was.

Terug naar de Selingers. Smeets heeft het er al over: geen middenweg kennen en dan allebei coach zijn (geweest) in Nederland. Het land van compromissen. Het land dat grijzer is dan grijs. Het land dat niet echt een topsportcultuur heeft. Wat overigens niet wil zeggen dat Nederland geen topsporters heeft. Nee, maar topsporter zijn in Nederland is volgens mij vooral uitleggen waarom je zoveel traint en nergens anders tijd voor hebt. En dan verbaasde blikken krijgen. Honderd procent toewijding, zowel van coaches als van sporters, ik vind het zo ontzettend knap. Gewoon 24/7 gaan, met slechts een doel voor ogen: beter en uiteindelijk de beste worden.

Ik zou het niet kunnen. Qua dat betreft woon ik precies in het juiste land. Ik ben van het compromis, ben nog net niet geboren met grijze haren. Kan niet kiezen, vind het moeilijk iets te laten. Nee, ik wil het het liefst allemaal. In één weekend ook, als het kan. Teamsport, individuele sport. Wedstrijden, trainen en training geven. Sport kijken op televisie en langs de zijlijn, erover schrijven. Erover ouwehoeren met een biertje, niet te vergeten. Nee, honderd procent 'commitment' aan een doel , zoals Selinger het zo mooi zegt, het zal er bij mij nooit inzitten. Komt vooral ook omdat ik het sporttalent niet heb. Mag er wel graag over fantaseren, overigens. En van dromen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten