maandag 28 september 2009

Contrast

Het contrast tussen mijn sportomgeving van vorige week zaterdag en afgelopen zaterdag had niet groter kunnen zijn. Van de schitterende heuvels en frisse bossen rondom het Duitse Sankt Wendel, naar de kleine, warme, oude, naar zweet stinkende sporthal van volleybalvereniging Achilles in het altijd met een boerenluchtje omgeven Beugen. Naast het verschil in omgeving, was er ook een klein verschil in inspanning. Van volledig in je eentje jezelf afpeigeren op een fiets, tot een teamprestatie met balgevoel en veel korte, intensieve sprintjes en sprongen. Ik hou van beide, al baalde ik zaterdagavond tegen half tien wel even van het volleybal. Teamgenoten, vrees niet, het is al weer bijgetrokken.

Nadeel van volleybal is dat je soms gruwelijk kunt verliezen. Bij fietsen kun je een slechte prestatie leveren, maar er kan er maar één winnen en ook als je laatste wordt dan nog heb je aardig je best gedaan door een fiks aantal kilometers af te leggen. Nee, bij volleybal verlies je van je directe tegenstander, die je ook nog moet feliciteren na afloop en die je dan nog even een glimlach nageeft. Genieten.

De ergste verliespartij die mijn teamgenoten en ik van Shock'82 H1 leden was een paar jaar geleden tegen Havoc in Haps. We moesten winnen wilden we nog aanspraak maken op de titel, hadden veel publiek meegenomen maar kwamen er totaal niet aan te pas. We konden de druk niet aan en werden compleet weggeslagen. Vooral de laatste set, toen een aantal Hapse dames hun clubgenoten langs het veld kwamen aanmoedigen en wij letterlijk geen bal meer goed raakten, was een drama. Ik wilde van dat veld af, maar dat ging natuurlijk niet. Goed, zo erg was het afgelopen zaterdag niet, maar we verloren wel met 3-1 en dat had niet gehoeven.

Voordeel van volleybal: een week later kun je het weer rechtzetten tegen een andere tegenstander. Laten we nou nu zaterdag weer tegen - zo heb ik gehoord - dezelfde gasten van Havoc mogen. Ik stel voor dat we daar even iets recht gaan zetten.

maandag 21 september 2009

Seizoensafsluiter


Woord vooraf
Soms moet je een gokje nemen. Tibor won vorig jaar de halve marathon van Sankt Wendel en mocht een aardig geldbedrag en een fiets mee naar huis nemen - iets dat nog een hele opgave was in een klein Peugeotje. Met mijn huidige vorm en de keuze van Tibor om de hele marathon te doen, besloot ik te kijken of ik zijn kunstje kon herhalen. Hier mijn verhaal.

"Als ik in het startvak om me heen kijk, zie ik zeker vijf mannen die er in ieder geval twee keer zo snel uitzien als ik. Nou is dat niet zo heel moeilijk, maar ik begin toch te vrezen dat het heel moeilijk gaat worden vandaag. Ik zie optimaal getunede fietsen, ik zie de Luxemburgse nummer drie van vorig jaar met een ongeveerde voorvork, ik zie akelig afgetrainde bikers, snelle zonnebrillen en wat opgefokte gasten die kosten wat kost op de eerste rij willen staan. Ach, top tien is ook mooi, denk ik bij mezelf.

Ik ken het parcours van vorig jaar en heb besloten om in de eerste vijftien snelle kilometers als het gaat aan te klampen bij de eerste groep en bij eventuele demarrages alleen mee te springen, niet over te nemen. Het tempo ligt in het begin - zoals verwacht - akelig hoog. Ik kan mee met de eerste acht, maar harder kan ik echt niet. Ruim boven mijn omslagpunt bereik ik elke keer de top van de steile, maar niet al te lange klimmetjes. Op de vlakke stukken wordt er wat ingehouden, maar ik laat me niet verleiden om de kop over te nemen. Alleen in een snelle asfaltdaling, rij ik even in eerste positie. Er volgt een steile klim en het bal wordt geopend. Een prof look-a-like met dunne klimmersbeentjes besluit aan te gaan en het breekt. De Luxemburger kan mee, een Duitse crosser (dat staat althans op z'n shirt, hij rijdt gewoon op een mtb) volgt en ik hang aan een touwtje in het vierde wiel.

De dunne klimmersbeentjes blijken toch niet zo snel als ze eruit zien, want hij valt compleet stil. Voor de Luxemburger het teken om te versnellen en hoe! Ik tik bijna mijn maximale hartslag aan om op zijn wiel te komen, maar hij blijft maar gas geven. We klimmen over asfalt en ik voel dat ik ze moet laten lopen. De Luxemburger en de Duitser merken het, versnellen nog iets en ze pakken een meter of honderd. Plek drie is ook mooi, denk ik. Ook de Duitser overschat zich en valt stil. Ik sluit bij hem aan, de Luxemburger rijdt nu alleen en buiten het zicht op kop. Met de Duitser werk ik half samen, het tempo blijft er wel lekker in, totdat we na een kilometer of tien denken de Luxemburger te zien. We vergissen ons, het is een biker van de eerder gestarte hele marathon, maar vanaf dat moment is een stilzwijgend pact gesloten: volg gas en kop over kop totdat we hem te pakken hebben.

Tien kilometer voor het einde hebben onze inspanningen effect. Na een technische afdaling zien we hem nu echt rijden. Op de volgende klim sluiten we binnen no-time aan en in de snelle afdaling die volgt laten we hem achter. Slim, zo'n ongeveerde voorvork. De Duitser en ik vechten nu dus voor de eerste plek. De spanning neemt toe, maar voor het bedenken van een tactiek krijg ik geen tijd. Hij maakt een foutje in de eerstvolgende afdaling en onderaan heb ik een meter of twintig. Nu of nooit, zeg ik tegen mezelf. De dood of de gladiolen, gas erop, gaan met die banaan, niet meer omkijken, ketting naar rechts, volle kracht vooruit en alle registers open: dit is mijn kans! Hij komt tot op tien meter, maar dan breekt-ie. Langzaam wordt het gat groter. Dit kan niet meer fout gaan. Het gaat lukken. De laatste paar klimmetjes zijn allesbehalve fijn, maar ik voel dat ik hem ga winnen. Ik minimaliseer de risico's en een kwartier later rij ik als eerste sintelbaan op. Missie geslaagd!"

Woord achteraf
Dankzij een te vroeg gestarte valsspeler was de speaker in de war gebracht en werd ik niet als nummer één binnengehaald, maar als nummer twee. Even schrok ik, maar binnen een paar minuten kwam toch het verlossende woord. De fiets die ik dacht te winnen, kreeg ik echter niet. Vanwege een sterfgeval van een biker (hartstilstand) werden de podiumceremonies afgelast en ging het sponsormoment van de fietsfabrikant niet door. Balen, maar voor de biker en zijn familie onvoorstelbaar veel erger. De winst geeft me in ieder geval een goede motivatie om de winter goed door te trainen. Op naar 2010. Binnenkort een terugblik op m'n wedstrijdseizoen. Uitslag hier (dat ik het niet gelogen heb).

Hoogteprofiel. Gemiddelde hartslag was 179... als gezegd. Het ging niet vanzelf.

woensdag 16 september 2009

Klaagzang

Passage uit het dagboek van zomaar een wielerliefhebber.

(..)
Shit man, ik ben het overzicht effe kwijt want damn wat heb ik het druk. Ik kom nergens aan toe, heb aan het eind van m'n geld altijd een stuk maand over en m'n werk is nog saai ook. Die crisis helpt ook niet echt en van Prinsjesdag werd ik ook niet echt vrolijk. Ik zie het allemaal niet meer zitten want ook al is mijn werk vervelend ik wil het niet werkloos worden want dan ben ik nog verder van huis met m'n dikke hypotheek en dichtgegroeide achtertuin.

Sorry voor de woordkeuze lief dagboek, maar het is gewoon kut. Daarbij heeft de kapper m'n haar verneukt, kan ik maar geen nieuwe leuke kleren vinden en mogen er ook nog wel wat kilootjes vanaf. Maar voor een teamsport heb ik weer geen tijd en de sportschool is saai. Dat spinning zie ik helemaal niet zitten want als ik hard trap wil ik wel vooruitgaan en daarbij staat die herrie altijd veel te hard. Nee, dit schiet echt niet op en als ik dan ook nog denk aan alle wereldproblematiek. Bah, hoe moet dit nu verder en wie gaat ons helpen? Fuck het kabinet, ik stem Wilders want misschien is dat nog wel het enige dat helpt.

Ach wat maak ik me eigenlijk druk. Weet je, I don't care. Problemen de pot op en stik er allemaal maar in. Ik ga lam op de bank. Vuelta kijken. Daar word je als Nederlander tenminste nog een beetje vrolijk van.
(..)

zondag 13 september 2009

B

Begin van de week kreeg ik een teken. Of het een 8 of een B was, was me in eerste instantie niet duidelijk, maar ik voelde meteen dat het iets met mijn wedstrijd van (nu afgelopen) zaterdag te maken moest hebben. Dus spookte de hele week een achtste plek door mijn hoofd, samen met (vanwege de B) de naam van mountainbikelegende Bart Brentjens, want ook hij zou aan de start staan van de Vulkanbike (85km, 2000hm) in de Duitse Eifel. Om een lang verhaal kort te maken, achtste werd ik net niet. Maar onze altijd lekrijdende voormalig Olympisch kampioen had ik te pakken.
De start was een van m'n fijnste koersmomenten van de afgelopen jaren. Groot peloton, de forsing wordt op de eerste klim gevoerd en ik kon samen met Tibor mee in de kopgroep van een man of tien, Bart een aantal plekken voor me. De tweede klim moest ik er vanzelfsprekend gigantisch af en toen ik eenmaal hersteld was van die startinspanning reed ik een beetje alleen in het rond. Een grote groep zag ik een eind achter me rijden, daarvan kwamen er uiteindelijk twee bij me en bij die twee ben ik in de laatste vijfentwintig kilometer weer weggereden om weer in mijn eentje nog een een pech- en een bijna dode vogel in te halen.

Vlak voor de laatste lange afdaling richting finish zag ik hem staan. Met zijn karakteristieke gebogen, bijna geboggelde rug, reservebandje in zijn hand en fiets op de grond. Sir Bart. Misschien dertig seconden daarvoor - en dat lieg ik niet - bedacht ik me dat ik me dat het teken van het begin van de week misschien toch geen teken was en toen werd het er ineens toch wel een. Het was al Bart's derde lekke band, hoorde ik na de finish en dat heeft 'm bij elkaar toch zeker vijfentwintig minuten gekost. Ach, dat weet over een tijdje niemand meer.

Hoogteprofiel, voor de geïnteresseerden deze keer met hartslagwaardes. Zoals te zien gingen ik bij de start een beetje buiten het boekje.

woensdag 9 september 2009

Zondag


Het amateurvoetbal is weer begonnen. Vanaf afgelopen weekend ben ik weer op zondagmiddag, als op de radio NOS Langs de Lijn begint met deze heerlijke tune, op weg naar voetbalvelden in kleine dorpen voor een wedstrijdverslag voor De Gelderlander. Dorpen waar iemand met een donker uiterlijk steevast 'Ali' of 'Mo' genoemd wordt en iemand met een moeilijk uitspreekbare naam 'Toei'. Dorpen waar de voetbalkantines de sfeer ademen van de jaren zeventig en de opstellingen over het veld schallen door oude, grote en krakende luidsprekers, voorafgegaan door het door het plaatselijke mannenkoor ingezongen clublied. Voor een paar euro mag je het sportpark op - pers mag zo doorlopen - en aan de zijlijn worden lootjes verkocht waarmee je een door de plaatselijke super ter beschikking gesteld levensmiddelenpakket kunt winnen. Topvoetbal zie ik aan die zijlijn weinig, maar ondanks dat verveel ik me bijna nooit.

Soms zie ik een vijfdeklasse-voetballer á la Pierre van Hooydonk drie prachtige vrije trappen binnenschieten (iets dat overigens te maken kan hebben met de kwaliteiten van de keeper van de tegenstander). Soms zie ik zelfs een omhaal binnen vallen. Een enkele keer zie ik een moeilijke terugspeelbal via de keeper in het doel verdwijnen. Regelmatig zie ik voetballers die doen alsof ze het meeste pijn van de wereld hebben als ze een klein tikje krijgen van een verdediger met een buikje. Vaak zie ik dan ook een scheidsrechter die in dat theater trapt en desbetreffende verdediger bestraft worden met een gele kaart. Evenzovaak zie ik een verzorger met een beetje water en een spons wonderen verrichten en hoor ik het publiek niet zo'n lieve dingen over de scheidsrecher over het veld roepen.

Vaak zie ik ploegen de bal twee á drie keer overspelen en dan de bal weer verliezen. Bij dat soort situaties hoor ik een heftig roepende, vloekende en zuchtende coach die van ergernis niet meer in de dug-out kan zitten en langs de zijlijn beent. Een coach die na een wedstrijd vaak een hele reeks voetbalclichés op me afvuurt met als voornaamste strekking: ze hebben hun best gedaan. Het door vele amateurvoetbalcoaches gepretendeerde 'verzorgd combinatievoetbal' komt er zelden uit.

Saai is het echter bijna nooit. Zoals ik al zei: ik vermaak me wel. En ik voel dat ik dit jaar een keer dat levensmiddelenpakket ga winnen.