dinsdag 22 december 2009

Sneeuw


Je moet er wat voor over hebben, om de slag op de Mortirolo te winnen. Bovenstaand plaatje is geschoten afgelopen zondagochtend vlak voor Tibor en ik vertrokken naar de toertocht van Wanroij. Na de motiverende woorden van moeders ("Jullie zijn niet wijs" ) de auto ingeladen (zie foto hieronder), van een laagje sneeuw ontdaan en naar het niet zo idyllische Brabantse plaatsje gereden. Op fiets er naar toe maar niet gedaan, uit angst voor een gebrek aan grip en een teveel aan gladheid op de weg. Dat teveel aan gladheid was in ieder geval in de auto ook te merken: Bij het eerste stoplicht miste ik met m'n Peugeotje met profielloze zomerbanden mijn rempunt volledig. Gelukkig waren we de enige gekken op de weg.

Eenmaal in Wanroij (normaal twintig minuten, nu bijna het dubbele) bleek de tocht te zijn afgelast, maar een paar van de organiserende stoempers beloofde ons dat de lintjes er nog wel zouden hangen, dat we anders de sporen wel konden volgen en dat er na afloop warme chocomel klaarstond. De twee kilometer over de weg naar het bos toe waren een hel. "Fuck die Transalp met z'n Mortirolo, waar zijn we mee bezig", dacht ik bij mezelf. Maar na twee pedaalslagen in het bos wist ik dat we de goede keuze hadden gemaakt. In een woord: fantastisch.

Perfect te rijden, niet koud, goeie grip en vooral heel veel lol. Die lol werd iets minder toen Tibor in de gaten kreeg dat hij door een dennetak een goede tik te geven hij mij kon trakteren op een sneeuwdouche. Gelukkig had ik die bijzonder ongesoigneerde vlak voor vertrek gevonden polaroid-zonnebril uit het Nederlandse leger op. Die was na een drie kwartier niet echt meer nodig: had het warm en het stopte met sneeuwen. De route volgen lukte trouwens totaal niet, maar door her en de sporen en lintjes te volgen, hebben we ons goed uit kunnen leven. De lintjes waren volgens goed Oost-Brabants gebruik weer Rood-Linksaf en geeL-Rechtsaf. Tip: als je de route tegengesteld rijdt is het wel logisch.

Een van de hoogtepunten van de tocht was de oversteek van een heidegebied. Machtig mooi wit, met sneeuwverstuivingen als die van zand in de Sahara, tot je naven in de sneeuw en met moeite het bos weer bereiken. Bij terugkomst (gemiddelde van de tocht zestien per uur) smaakte de warme chocomel (Frank: zonder slagroom!) als een isotone dorstlesser na een vijf uurs marathon in het Sauerland. Mochten we in de Transalp de zomerse sneeuwgrens passeren.. wij zijn er klaar voor!

donderdag 10 december 2009

Doel


Voordeel van het schrijven voor een mountainbikeblad: soms krijg je voorrang bij het inschrijven voor een wedstrijd. Waar duizenden bikers uit heel Europa zondagmiddag om 12u klaar zaten achter de computer om proberen een plekje te bemachtigen in de Craft Biketransalp, wisten Tibor en ik al dat we daar mogen gaan starten. Het ultieme doel is er: 598 kilometer, iets minder dan 20.000 hoogtemeters. In acht etappes van Zuid-Duitsland (Fussen), via Oostenrijk en Zwitserland, naar het noorden van het Gardameer (Riva). Vriend Jan gaat mee als verzorger. Ik kan niet wachten.


De training is inmiddels begonnen. Normaalgesproke
n had ik afgelopen zondagochtend lekker uitgeslapen, nu stond ik aan de start van de extreem modderige toertocht van Malden. Bijna alles samen met Tibor gereden. In Juli zullen we alles samen moeten rijden, goed teken dat we zondag niet veel voor elkaar onder deden. Ben wel een beetje angstig voor het trainingschema waar die Lange aan begonnen is. De goesting is er in ieder geval. De teller Tilburg - Cuijk (en andersom) gaat al richting de tien, een foto van concurrent Frank van Hoof in volle actie tijdens de Transalp van vorig jaar (zie hierboven) is ingesteld als bureau-achtergrond en het hoogteprofiel van de koninginne-etappe zit op de koelkast. Zwaarste beklimming van die etappe is De Mortirolo. Weliswaar asfalt, maar van mythische proporties en al vaak scherprechter in de Giro D'Italia. Frank smste al: "Op de Mortirolo valt de slag". Mooi Van Hoof. Laat maar komen dat ding.


Edit: De meelezende mountainbikers weten misschien dat Frank een humorvol schrijver is. Deze lap tekst wil ik hen dan ook niet onthouden. Klik

woensdag 2 december 2009

Vuistje

Column uit de Gelderlander - Maasland Sport van 1 december.

Gebald vuistje

Ineens deed ik het. Onbewust. Iets stoms? Ja, eigenlijk wel. Vreemd ook. Ik ben al bijna achttien jaar lid van een concurrerende volleybalvereniging. Bij die club ligt mijn hart. Maar toch deed ik het. Daarnaast ben ik journalist. En journalisten moeten altijd onafhankelijk blijven, heb ik geleerd. Toch deed ik het. Het was ook niet uitbundig, maar onderdrukken kon ik het blijkbaar niet. Wat deed ik? Ik juichte. Ingetogen, dat wel. Met een klein gebald vuistje. Ik juichte voor de volleybalsters van Flamingo's, toen ze de derde set wonnen van B-leaguekoploper Sneek. Ik schrok ervan. Had me laten meeslepen!

Maar hé, het is als volleyballiefhebber ook bijna onmogelijk om niet te genieten van het spel van de Gennepse eerstedivisionist. Ademloos zat ik afgelopen zaterdagmiddag op de tribune te kijken hoe ze voor het tweede jaar op rij het twee ploegen uit de B-league ontzettend moeilijk maakten. Fantastisch om te zien. Een klein beetje jaloers werd ik ook: die vrouwen lukt wat ik in achttien jaar nog nooit voor elkaar heb gekregen en ook nooit voor elkaar zal krijgen: écht goed volleyballen.

Het bleef bij dat ene gebalde vuistje. Het zal me ook niet nog een keer gebeuren, heb ik mezelf al bestraffend toegesproken. Nou misschien dan. Nog één keertje. Als Flamingo's kampioen wordt en vervolgens de promotiewedstrijden voor de B-league wint en dus promoveert naar dat niveau. Dan bal ik mijn vuist, omdat ik dan volgend jaar om de twee weken naar dit soort wedstrijden kan kijken. Promoveren naar de B-league. Ik denk dat Flamingo's het kan. Of de club het wil, dat weet ik niet, want er komt financieel en organisatorisch veel bij kijken. Maar als ze het lukt en ze het doen, wil ik ze één advies geven: ga in roze shirts spelen. Het zou het plaatje helemaal afmaken.

donderdag 26 november 2009

Gretha


Gretha stopt ermee. Gretha Smit, de vrouw die we met z'n allen maar een keer echt ontzettend hard hebben zien schaatsen. Uit m'n hoofd: 23 februari 2002, als ik me niet vergis was het op mijn vaders verjaardag, een vrijdag voor de carnaval. Gretha schaatste tijdens de eerste rit op de 5 kilometer van de Olympische Spelen van Salt Lake City een wereldrecord. Een tijd (6. 49.22) waar later alleen Claudia Pechstein nog onderdoor ging. Pechstein schijnt aan de doping te hebben gezeten, dus eigelijk won Gretha daar goud. Gretha Smit, uit het Overijsselse Rouveen.

Pas drie vrouwen zijn sindsdien sneller geweest dan Gretha. Onze oerhollandse Gretha. Goeie naam ook. Gretha Smit. Ik vermoed dat ze die fantastische tijd neerzette op een paar goede bruine boterhammen met van thuis meegenomen pindakaas. Koeien melken, trainen, warme hollandse pot tussen de middag, de stal schoonvegen, weer melken en 's avonds een paar boterhammen met pindakaas met hagelslag. Gretha ging er hard op. Nee, dit verzin ik. Gretha werkte niet op de boerderij voordat ze haar geld ging verdienen met schaatsen. Ze was bloemiste. Na de uitreiking van haar zilveren medaille deed Gretha gek, ging on-Gretha's uit haar dak in het Holland Heineken House en scheurde nog dezelfde avond haar kniebanden af.

Nadien is Gretha nooit helemaal meer op het niveau van die winter geweest. Dankzij een blessure (een van de velen) aan haar scheenbeen stopt ze er mee. In kleurloos rondrijden als nummer achttien in de B-groep heeft ze geen zin. Zo vertelt ze hier. Niet gespeelde emotie van degelijke Gretha. Zou ze nu weer bloemiste worden?

woensdag 25 november 2009

Mentaal

Column uit de Gelderlander - Maasland Sport van 25 november.

Tussen de oren

Geprikkeld worden door je tegenstander en daardoor sterk spelen en winnen. Gebeurt vaak in de sport. Kijk naar afgelopen weekeinde. Het gerucht ging dat de volleybalsters van Jeugd-Oranje, die zondag een oefenwedstrijd speelden tegen Energo, dachten dat ze een makkelijk middagje voor de boeg hadden. 'Binnen driekwartier maken we ze in', zouden ze in een cafetaria in Beers gezegd hebben. Of het waar is, dat wisten de volleybalsters van Energo zondag niet. Het doet er verder ook niet toe, door het horen van die uitspraak raakte Energo extra gemotiveerd. Gevolg: Energo won afgetekend.

Hockeytrainer Raoul Bosman van Boxmeer verwachtte geen problemen in de derby tegen Civicum. Er moest alleen opgepast worden voor onderschatting, zei hij zaterdag in deze krant. Die uitspraak was koren op de molen voor Civicum-coach Geert Arts, die geen enkele moeite meer had om zijn team te motiveren voor die derby. Dat had zijn collega-coach al gedaan. De Cuijkse vrouwen speelden de hele wedstrijd met veel inzet en overklasten Boxmeer. Het werd 3-0.

De vrouwen van Flamingo's reisden zaterdag af naar Limburg voor de topper tegen VCL en sloegen daar het programmaboekje open. Daar stond de fout in dat Flamingo's uit Vught kwam en dat er na afloop een sponsorfeestje was, dat bij winst voor VCL wel eens heel gezellig zou kunnen worden. Meer prikkels hadden de vrouwen uit Gennep niet nodig om koploper VCL met fantastisch spel op een 4-0 nederlaag te trakteren en het sponsorfeestje te verpesten.

Drie prachtige bevestigingen van mijn mening dat goed presteren in sport bijna altijd tussen de oren zit. Veel sporters of teams hebben fantastische kwaliteiten, maar laten het echte toppen van hun kunnen alleen maar zien als het ook mentaal goed zit. Dat mentale aspect. Dat maakt sport alleen nog maar mooier.

donderdag 12 november 2009

Steentjes


Toevallig ontdekte ik hem tijdens het zoeken naar een beschut rondje voor de racefiets ten zuidwesten van Tilburg. Een echte kasseienstrook. Geen flauwe klinkertjes in een winkelstraat, maar echte, robuuste keien zoals ze in Noord-Frankrijk en Belgie ook liggen. Het is maar een strook van een meter of driehonderd, maar als ik eroverheen rijd waan ik me even een echte klassiekerrenner op weg naar het Velodrome van Roubaix. Tussen de weilanden.In de wind. Mijn weg zoekende over de bolle kant van de strook. Rijdend op de steentjes schiet m'n hartslag omhoog, losjes leg ik mijn handen op het stuur, mijn polsen trillen. Mijn racefiets zwoegt onder de krachten die hij te verduren krijgt. Mijn respect voor die gasten groeit. Zo moet Tom Boonen zich voelen tijdens Parijs-Roubaix. Hoe deed Servais Knaven dat, toen hij in de regenachtige editie van die wedstrijd in 2001 won? Meer dan vijftig kilometer met dunne bandjes en hoge snelheid over gladde kasseien met modder spetterend in je gezicht. Stuurmanskunst. Volle concentratie. Niet vallen. Pijn in al je ledematen.Carrefour de L'arbre, het Bos van Wallers. Het schiet allemaal door mijn gedachte in die dertig seconden stuiteren.

Vandaag reed ik weer hetzelfde rondje. Vlak voordat ik in de buurt van de strook ben, zie ik een weg linksaf. Als ik daar in rij, dan rij ik er omheen en kom ik ook waar ik moet zijn, schiet door mijn gedachte. Na twee seconden nadenken fiets ik toch gewoon rechtdoor. Richting kasseien. Je even prof wanen. Lekker gevoel.

maandag 2 november 2009

Bewegend

“We moeten laten zien wie zich onder de cap van een schaatspak verschuilt. De onbekende schaatser moet een gezicht krijgen”, moet iemand op de redactievergadering van Studio Sport hebben geroepen en meteen moet hij bijval hebben gekregen. “Ja inderdaad,” zal Smeets hebben gezegd. “Een foto van elke schaatser bij de start, net zoals ze in Amerika bij het honkbal doen”.

“Nee, dat kunnen wij beter,” moet daarna ter tafel zijn gekomen. “Wij gaan filmpjes maken van een seconde of vijf. En geen gewone, nee, we laten ze eerst naar beneden kijken, om ze na een seconde of wat in de camera te laten kijken. Je weet wel, dat de bij de vrouwen het haar mooi zwiert en je meteen een zuivere blik hebt.” En zo geschiedde. Ik had het pas na een bewegend pasfotootje of vijf door dat het filmpjes waren.

Wat was ik er graag bij geweest toen ze gemaakt werden. Ik wil weten of Marianne Timmer meer takes nodig had dan Annette Gerritsen. Of Ireen Wust speciaal voor de gelegenheid naar de kapper is geweest. Waarom bij de ene schaatser een glimlach op het gezicht verscheen en de andere niet en of ze zijn geschminkt of niet. Ik wil weten hoe de cameraman zijn afspraken met de schaatsers heeft gemaakt. Werd er vooraf geoefend? Ik wil weten of het filmpje van de ex-DSB-ers voor het faillissement was opgenomen of erna en of het daarna een keer opnieuw heeft gemoeten. Waren de eerste opnames beter? Ik wil weten of er een onzekere schaatser heeft geprotesteerd. Dat ie per sé niet wilde maar wel moest. En: maken ze elkaar belachelijk om mislukte filmpjes? Zijn de bloopers nog voorhanden?

Fascinerend, die filmpjes. Maar nee, van mij had het niet gehoeven.

donderdag 22 oktober 2009

Terugblik

Met pijn in m'n hart heb ik m'n Bulls weer in moeten leveren. Ofja, mijn Bulls. M'n geleende Bulls. Een mountainbike waar ik met ontzettend veel plezier op gereden heb. Niet om te spammen, maar dat ding reed verdomd lekker. Ik ga 'm missen. Van Schoorl tot Oosterbeek, van Alpentour tot Sankt Wendel: ik heb me wel vermaakt dit jaar. M'n beste mountainbikejaar tot nu toe.

Tot 2008 won ik geen enkele koers. Hier en daar pikte ik een podiumplekkie mee, veelal vanwege een dun bezaaide leeftijdscategorie (onder 23) of een matig deelnemersveld (noem het WK Bier-Bike-Bier in 2006, brons). Dit jaar lukte het onverwachts wel. Drie keer mocht ik me daardoor Nederlands Kampioen noemen, ik won eindelijk een keer een funklasse wedstrijdje, won een estafetterace met Tibor en m'n mooiste was toch wel de laatste, de middenafstand van de marathon in Sankt Wendel. Okay, allemaal niet de zwaarst bezette wedstrijden, maar dat winnen is toch wel lekker. Vreesde ik in de winter van 2008 nog een beetje voor mijn motivatie, die is nu helemaal terug. 2010 wordt weer een licentiejaar. Het NK Marathon bij de amateurs met rood omcirkeld.

Nou had ik voor deze blog een a4tje volgetikt met memoires over het afgelopen seizoen. Ik was er niet tevreden over, heb besloten ze niet te publiceren en het ook niet over te doen. Wie ze toch wil lezen, stuur een e-mailtje. De rest mag het doen met een korte terugblik middels een paar foto's met onderschrift.


Goede Vrijdag van 2009 was geen goede vrijdag voor ondergetekende. Tijdens de marathontraining in Schoorl verkeek ik me op de zwaarte van het parcours. Overigens wel 5 keer mogen genieten van een van de mooiste uitzichten ooit tijdens een wedstrijd. En dat in Nederland. Wist niet dat de Duinen en de Noordzee zo mooi waren.



M'n tweede wegkoers ooit en m'n eerste Nederlandse titel. Het NK op de weg in Zundert op m'n ongepoetste, gescheurde DeBoni van meer dan tien jaar oud en met een waarde van 250 euro (niet op de foto).



Start van de Alpentour, een vierdaagse in Oostenrijk. In één woord: schitterend. Van de skihelling op de achtergrond mochten we elke dag voordat we over de finish kwamen afglibberen. Niet zo makkelijk als het eruit ziet.



Finish van de Raid Hautes Fagnes na een lekkere inzinking op veertig kilometer van de meet. Teveel technische paden kosten me nog steeds te veel energie.




Het bier van de vorige avond eruitkwijlend richting de zege in de funklasse in Groesbeek. Had vanwege een dagje volleybalfeesten op zaterdag niet al te beste benen, maar had het geluk dat het rondje eindigde met een paar voor mij bekende klimmetjes.




Tijdens de 150 minuten race van Oosterbeek op weg naar Tibor. Eerste keer dat ik 'm in een koers voorbij reed. Onderweg nog genoten van zijn poging een blessure te veinzen door naarmate ik dichterbij kwam steeds vaker theatraal over zijn knie te gaan wrijven.




Een van de weinige foto's van het NSK, in juli. Als licentieloze in de kopgroep met twee licentierijders. Ik kon lachen richting supporterende familie, want reed een van m'n lekkerste wedstrijden van het jaar.




Theater na 155 kilometer bikkelen in de Alpen. De biker linksachter doet er nog een schepje bovenop. Voor het eerst dat ik last had van de hitte. Of was het misschien toch de afstand. Of een combinatie. Wel een aanrader, die Montafon M3. De eerste 90km is het biken zoals mountainbiken bedoeld is. Alleen moet dan het zwaarste nog beginnen.




Estafetteracen met Tibor in Eppstein. Mountainbiken als teamsport klinkt ideaal en dat is het in mijn ogen ook. Volgend jaar zeker voor herhaling vatbaar en er wordt al nagedacht over een 24 uurs race, als duo.

vrijdag 16 oktober 2009

Grijs

Twee keer deze week zag ik het voorbij komen. Coaches die het hebben over de 'kleuren' zwart, wit en wat daartussenin ligt: grijs. Eerst zag ik het op internet in een documentaire van Smeets over vader en zoon Selinger (hier aangekondigd door de maker). Gisteren zag ik het toevallig langskomen in het sportjournaal. Maradona had het erover in zijn persconferentie na de door het oog van de naald-WK-plaatsing van zijn Argentinië. Mooi trouwens die vreugde uitbarsting van hem een paar dagen eerder. Als een pinguin over het ijs, schoof pluisje over het gras. Iedereen in zijn positie had hetzelfde gedaan, want bij mislukking had Diego (misschien wel letterlijk) geen leven meer gehad in Argentinie. Die had heel snel moeten emigreren.


Maar goed, over de trainer Maradona wil ik het niet hebben. Wel over zwart, wit en grijs en die twee andere trainers. Arie en Avital Selinger. Van het volleybal. Wil je er alles over weten, (tip) kijk de docu van Smeets. Samengevat: de twee Selingers zijn mannen van volledige toewijding. Voor hun is dat het volleybalspel. Die mannen kennen, zo zeggen ze ook letterlijk, geen grijs. Of je gaat er - net als hun - voor de volle honderd procent voor, of je gaat er niet voor. Ja of nee. Wit of zwart. Punt. Geen discussie mogelijk. Arie zette het Bankras-model op. Zoon doet dat nu voor een deel na. Principe: huur een sporthal, ga daar fulltime volleyballen en niets anders dan volleyballen. Het heeft Nederland uiteindelijk een gouden volleybalmedaille opgeleverd. Zonder de Selingers overigens, maar dat is een ander verhaal. Ze willen er niks over kwijt.


Die gouden Olympische medaille. Ik herinner het me nog goed. 1996. Ik heb er die avond niks van gezien. Wel gehoord. Op vakantie met familie en vrienden lagen we met twee kleine, gehuurde plezierjachten in Lemmer (we hadden iemand bij die leek op Rintje Ritsma, vandaar dat ik het nog weet) . Ik was twaalf, m'n twee broers al wat ouder en die gingen uit. Ik luste toentertijd alleen maar ranja en was totaal niet jaloers. Nee, want ik kon mooi het volleybal luisteren op de radio. De hele avond heb ik met één oor zo'n beetje in de kleine speakers van die boot gezeten. Nederland klopte in een op de radio zelfs bloedstollende wedstrijd Italië en ik kon niet wachten om het heugelijke nieuws aan m'n braaf op tijd van de kroeg terugkerende broers te vertellen. Bleek dat het voor hun geen nieuws meer was. Ze hadden het al gezíen notabene, op de televisie in de kroeg. En of ik jaloers was.

Terug naar de Selingers. Smeets heeft het er al over: geen middenweg kennen en dan allebei coach zijn (geweest) in Nederland. Het land van compromissen. Het land dat grijzer is dan grijs. Het land dat niet echt een topsportcultuur heeft. Wat overigens niet wil zeggen dat Nederland geen topsporters heeft. Nee, maar topsporter zijn in Nederland is volgens mij vooral uitleggen waarom je zoveel traint en nergens anders tijd voor hebt. En dan verbaasde blikken krijgen. Honderd procent toewijding, zowel van coaches als van sporters, ik vind het zo ontzettend knap. Gewoon 24/7 gaan, met slechts een doel voor ogen: beter en uiteindelijk de beste worden.

Ik zou het niet kunnen. Qua dat betreft woon ik precies in het juiste land. Ik ben van het compromis, ben nog net niet geboren met grijze haren. Kan niet kiezen, vind het moeilijk iets te laten. Nee, ik wil het het liefst allemaal. In één weekend ook, als het kan. Teamsport, individuele sport. Wedstrijden, trainen en training geven. Sport kijken op televisie en langs de zijlijn, erover schrijven. Erover ouwehoeren met een biertje, niet te vergeten. Nee, honderd procent 'commitment' aan een doel , zoals Selinger het zo mooi zegt, het zal er bij mij nooit inzitten. Komt vooral ook omdat ik het sporttalent niet heb. Mag er wel graag over fantaseren, overigens. En van dromen.

donderdag 8 oktober 2009

Thomas


Het wielerseizoen is bijna voorbij. Toch nog wat belangrijke gebeurtenissen de afgelopen weken. Gesink verspeelde jammergenoeg zijn podiumplek in de Vuelta en er is een nieuwe wereldkampioen. Verbazingwekkend hoe Cadel Evans, de man die nooit aanviel en nooit een eendagswedstrijd won, dat ineens wel deed. Johny Hoogerland de beste Nederlander in koers. Eerlijk: voor de Ronde van Spanje had ik nog nooit van 'm gehoord. Die gast schijnt van nature bloedwaardes te hebben waar andere renners een aantal kuurtjes voor nodig hebben.

Zoals onze grote vriend Thomas Dekker. Zijn B-staal was, in tegenstelling tot een paar andere, ook positief. Eerst ontkennen, daarna als het bewijs sluitend is toch maar toegeven. Lekker jongen. Niet erg goed voor je geloofwaardigheid, als je het mij vraagt. Heel veel wil ik er niet over kwijt. Ontwijk het onderwerp liever. Vel je oordeel zelf in de twee interviews die hij gaf bij Studio Sport en Holland Sport. Mijn favoriete stukje zit aan het eind van het interview met Wilfried. Over het topje van de ijsberg en dezelfde vraag over een half jaar. Tja, opnieuw liegen is niet makkelijk, hè Thomas.

maandag 28 september 2009

Contrast

Het contrast tussen mijn sportomgeving van vorige week zaterdag en afgelopen zaterdag had niet groter kunnen zijn. Van de schitterende heuvels en frisse bossen rondom het Duitse Sankt Wendel, naar de kleine, warme, oude, naar zweet stinkende sporthal van volleybalvereniging Achilles in het altijd met een boerenluchtje omgeven Beugen. Naast het verschil in omgeving, was er ook een klein verschil in inspanning. Van volledig in je eentje jezelf afpeigeren op een fiets, tot een teamprestatie met balgevoel en veel korte, intensieve sprintjes en sprongen. Ik hou van beide, al baalde ik zaterdagavond tegen half tien wel even van het volleybal. Teamgenoten, vrees niet, het is al weer bijgetrokken.

Nadeel van volleybal is dat je soms gruwelijk kunt verliezen. Bij fietsen kun je een slechte prestatie leveren, maar er kan er maar één winnen en ook als je laatste wordt dan nog heb je aardig je best gedaan door een fiks aantal kilometers af te leggen. Nee, bij volleybal verlies je van je directe tegenstander, die je ook nog moet feliciteren na afloop en die je dan nog even een glimlach nageeft. Genieten.

De ergste verliespartij die mijn teamgenoten en ik van Shock'82 H1 leden was een paar jaar geleden tegen Havoc in Haps. We moesten winnen wilden we nog aanspraak maken op de titel, hadden veel publiek meegenomen maar kwamen er totaal niet aan te pas. We konden de druk niet aan en werden compleet weggeslagen. Vooral de laatste set, toen een aantal Hapse dames hun clubgenoten langs het veld kwamen aanmoedigen en wij letterlijk geen bal meer goed raakten, was een drama. Ik wilde van dat veld af, maar dat ging natuurlijk niet. Goed, zo erg was het afgelopen zaterdag niet, maar we verloren wel met 3-1 en dat had niet gehoeven.

Voordeel van volleybal: een week later kun je het weer rechtzetten tegen een andere tegenstander. Laten we nou nu zaterdag weer tegen - zo heb ik gehoord - dezelfde gasten van Havoc mogen. Ik stel voor dat we daar even iets recht gaan zetten.

maandag 21 september 2009

Seizoensafsluiter


Woord vooraf
Soms moet je een gokje nemen. Tibor won vorig jaar de halve marathon van Sankt Wendel en mocht een aardig geldbedrag en een fiets mee naar huis nemen - iets dat nog een hele opgave was in een klein Peugeotje. Met mijn huidige vorm en de keuze van Tibor om de hele marathon te doen, besloot ik te kijken of ik zijn kunstje kon herhalen. Hier mijn verhaal.

"Als ik in het startvak om me heen kijk, zie ik zeker vijf mannen die er in ieder geval twee keer zo snel uitzien als ik. Nou is dat niet zo heel moeilijk, maar ik begin toch te vrezen dat het heel moeilijk gaat worden vandaag. Ik zie optimaal getunede fietsen, ik zie de Luxemburgse nummer drie van vorig jaar met een ongeveerde voorvork, ik zie akelig afgetrainde bikers, snelle zonnebrillen en wat opgefokte gasten die kosten wat kost op de eerste rij willen staan. Ach, top tien is ook mooi, denk ik bij mezelf.

Ik ken het parcours van vorig jaar en heb besloten om in de eerste vijftien snelle kilometers als het gaat aan te klampen bij de eerste groep en bij eventuele demarrages alleen mee te springen, niet over te nemen. Het tempo ligt in het begin - zoals verwacht - akelig hoog. Ik kan mee met de eerste acht, maar harder kan ik echt niet. Ruim boven mijn omslagpunt bereik ik elke keer de top van de steile, maar niet al te lange klimmetjes. Op de vlakke stukken wordt er wat ingehouden, maar ik laat me niet verleiden om de kop over te nemen. Alleen in een snelle asfaltdaling, rij ik even in eerste positie. Er volgt een steile klim en het bal wordt geopend. Een prof look-a-like met dunne klimmersbeentjes besluit aan te gaan en het breekt. De Luxemburger kan mee, een Duitse crosser (dat staat althans op z'n shirt, hij rijdt gewoon op een mtb) volgt en ik hang aan een touwtje in het vierde wiel.

De dunne klimmersbeentjes blijken toch niet zo snel als ze eruit zien, want hij valt compleet stil. Voor de Luxemburger het teken om te versnellen en hoe! Ik tik bijna mijn maximale hartslag aan om op zijn wiel te komen, maar hij blijft maar gas geven. We klimmen over asfalt en ik voel dat ik ze moet laten lopen. De Luxemburger en de Duitser merken het, versnellen nog iets en ze pakken een meter of honderd. Plek drie is ook mooi, denk ik. Ook de Duitser overschat zich en valt stil. Ik sluit bij hem aan, de Luxemburger rijdt nu alleen en buiten het zicht op kop. Met de Duitser werk ik half samen, het tempo blijft er wel lekker in, totdat we na een kilometer of tien denken de Luxemburger te zien. We vergissen ons, het is een biker van de eerder gestarte hele marathon, maar vanaf dat moment is een stilzwijgend pact gesloten: volg gas en kop over kop totdat we hem te pakken hebben.

Tien kilometer voor het einde hebben onze inspanningen effect. Na een technische afdaling zien we hem nu echt rijden. Op de volgende klim sluiten we binnen no-time aan en in de snelle afdaling die volgt laten we hem achter. Slim, zo'n ongeveerde voorvork. De Duitser en ik vechten nu dus voor de eerste plek. De spanning neemt toe, maar voor het bedenken van een tactiek krijg ik geen tijd. Hij maakt een foutje in de eerstvolgende afdaling en onderaan heb ik een meter of twintig. Nu of nooit, zeg ik tegen mezelf. De dood of de gladiolen, gas erop, gaan met die banaan, niet meer omkijken, ketting naar rechts, volle kracht vooruit en alle registers open: dit is mijn kans! Hij komt tot op tien meter, maar dan breekt-ie. Langzaam wordt het gat groter. Dit kan niet meer fout gaan. Het gaat lukken. De laatste paar klimmetjes zijn allesbehalve fijn, maar ik voel dat ik hem ga winnen. Ik minimaliseer de risico's en een kwartier later rij ik als eerste sintelbaan op. Missie geslaagd!"

Woord achteraf
Dankzij een te vroeg gestarte valsspeler was de speaker in de war gebracht en werd ik niet als nummer één binnengehaald, maar als nummer twee. Even schrok ik, maar binnen een paar minuten kwam toch het verlossende woord. De fiets die ik dacht te winnen, kreeg ik echter niet. Vanwege een sterfgeval van een biker (hartstilstand) werden de podiumceremonies afgelast en ging het sponsormoment van de fietsfabrikant niet door. Balen, maar voor de biker en zijn familie onvoorstelbaar veel erger. De winst geeft me in ieder geval een goede motivatie om de winter goed door te trainen. Op naar 2010. Binnenkort een terugblik op m'n wedstrijdseizoen. Uitslag hier (dat ik het niet gelogen heb).

Hoogteprofiel. Gemiddelde hartslag was 179... als gezegd. Het ging niet vanzelf.

woensdag 16 september 2009

Klaagzang

Passage uit het dagboek van zomaar een wielerliefhebber.

(..)
Shit man, ik ben het overzicht effe kwijt want damn wat heb ik het druk. Ik kom nergens aan toe, heb aan het eind van m'n geld altijd een stuk maand over en m'n werk is nog saai ook. Die crisis helpt ook niet echt en van Prinsjesdag werd ik ook niet echt vrolijk. Ik zie het allemaal niet meer zitten want ook al is mijn werk vervelend ik wil het niet werkloos worden want dan ben ik nog verder van huis met m'n dikke hypotheek en dichtgegroeide achtertuin.

Sorry voor de woordkeuze lief dagboek, maar het is gewoon kut. Daarbij heeft de kapper m'n haar verneukt, kan ik maar geen nieuwe leuke kleren vinden en mogen er ook nog wel wat kilootjes vanaf. Maar voor een teamsport heb ik weer geen tijd en de sportschool is saai. Dat spinning zie ik helemaal niet zitten want als ik hard trap wil ik wel vooruitgaan en daarbij staat die herrie altijd veel te hard. Nee, dit schiet echt niet op en als ik dan ook nog denk aan alle wereldproblematiek. Bah, hoe moet dit nu verder en wie gaat ons helpen? Fuck het kabinet, ik stem Wilders want misschien is dat nog wel het enige dat helpt.

Ach wat maak ik me eigenlijk druk. Weet je, I don't care. Problemen de pot op en stik er allemaal maar in. Ik ga lam op de bank. Vuelta kijken. Daar word je als Nederlander tenminste nog een beetje vrolijk van.
(..)

zondag 13 september 2009

B

Begin van de week kreeg ik een teken. Of het een 8 of een B was, was me in eerste instantie niet duidelijk, maar ik voelde meteen dat het iets met mijn wedstrijd van (nu afgelopen) zaterdag te maken moest hebben. Dus spookte de hele week een achtste plek door mijn hoofd, samen met (vanwege de B) de naam van mountainbikelegende Bart Brentjens, want ook hij zou aan de start staan van de Vulkanbike (85km, 2000hm) in de Duitse Eifel. Om een lang verhaal kort te maken, achtste werd ik net niet. Maar onze altijd lekrijdende voormalig Olympisch kampioen had ik te pakken.
De start was een van m'n fijnste koersmomenten van de afgelopen jaren. Groot peloton, de forsing wordt op de eerste klim gevoerd en ik kon samen met Tibor mee in de kopgroep van een man of tien, Bart een aantal plekken voor me. De tweede klim moest ik er vanzelfsprekend gigantisch af en toen ik eenmaal hersteld was van die startinspanning reed ik een beetje alleen in het rond. Een grote groep zag ik een eind achter me rijden, daarvan kwamen er uiteindelijk twee bij me en bij die twee ben ik in de laatste vijfentwintig kilometer weer weggereden om weer in mijn eentje nog een een pech- en een bijna dode vogel in te halen.

Vlak voor de laatste lange afdaling richting finish zag ik hem staan. Met zijn karakteristieke gebogen, bijna geboggelde rug, reservebandje in zijn hand en fiets op de grond. Sir Bart. Misschien dertig seconden daarvoor - en dat lieg ik niet - bedacht ik me dat ik me dat het teken van het begin van de week misschien toch geen teken was en toen werd het er ineens toch wel een. Het was al Bart's derde lekke band, hoorde ik na de finish en dat heeft 'm bij elkaar toch zeker vijfentwintig minuten gekost. Ach, dat weet over een tijdje niemand meer.

Hoogteprofiel, voor de geïnteresseerden deze keer met hartslagwaardes. Zoals te zien gingen ik bij de start een beetje buiten het boekje.

woensdag 9 september 2009

Zondag


Het amateurvoetbal is weer begonnen. Vanaf afgelopen weekend ben ik weer op zondagmiddag, als op de radio NOS Langs de Lijn begint met deze heerlijke tune, op weg naar voetbalvelden in kleine dorpen voor een wedstrijdverslag voor De Gelderlander. Dorpen waar iemand met een donker uiterlijk steevast 'Ali' of 'Mo' genoemd wordt en iemand met een moeilijk uitspreekbare naam 'Toei'. Dorpen waar de voetbalkantines de sfeer ademen van de jaren zeventig en de opstellingen over het veld schallen door oude, grote en krakende luidsprekers, voorafgegaan door het door het plaatselijke mannenkoor ingezongen clublied. Voor een paar euro mag je het sportpark op - pers mag zo doorlopen - en aan de zijlijn worden lootjes verkocht waarmee je een door de plaatselijke super ter beschikking gesteld levensmiddelenpakket kunt winnen. Topvoetbal zie ik aan die zijlijn weinig, maar ondanks dat verveel ik me bijna nooit.

Soms zie ik een vijfdeklasse-voetballer á la Pierre van Hooydonk drie prachtige vrije trappen binnenschieten (iets dat overigens te maken kan hebben met de kwaliteiten van de keeper van de tegenstander). Soms zie ik zelfs een omhaal binnen vallen. Een enkele keer zie ik een moeilijke terugspeelbal via de keeper in het doel verdwijnen. Regelmatig zie ik voetballers die doen alsof ze het meeste pijn van de wereld hebben als ze een klein tikje krijgen van een verdediger met een buikje. Vaak zie ik dan ook een scheidsrechter die in dat theater trapt en desbetreffende verdediger bestraft worden met een gele kaart. Evenzovaak zie ik een verzorger met een beetje water en een spons wonderen verrichten en hoor ik het publiek niet zo'n lieve dingen over de scheidsrecher over het veld roepen.

Vaak zie ik ploegen de bal twee á drie keer overspelen en dan de bal weer verliezen. Bij dat soort situaties hoor ik een heftig roepende, vloekende en zuchtende coach die van ergernis niet meer in de dug-out kan zitten en langs de zijlijn beent. Een coach die na een wedstrijd vaak een hele reeks voetbalclichés op me afvuurt met als voornaamste strekking: ze hebben hun best gedaan. Het door vele amateurvoetbalcoaches gepretendeerde 'verzorgd combinatievoetbal' komt er zelden uit.

Saai is het echter bijna nooit. Zoals ik al zei: ik vermaak me wel. En ik voel dat ik dit jaar een keer dat levensmiddelenpakket ga winnen.

maandag 31 augustus 2009

Fout


Alles wat er gezegd werd stond op de sheets, er werd flink bijgepraat over zonnige vakanties en her en der ging nog een mobiele telefoon af. De docent - die moeite had de concentratie van mij en mijn collegastudenten vast te houden - was Vlaams en dat deed me dan weer denken aan wielercommentaar op de Belg en waar ik eigelijk liever had willen zijn dan in collegezaal CZ116: langs de kant van het Vueltaparcours in Groesbeek en Berg en Dal.

Voordat ik op de fiets moest richting Uni kon ik op televisie nog net zien hoe de koplopers 'De Holdeurn' opreden. Die klim is onderdeel van m'n vaste trainingsparcours, dinsdagavond het slot van de trainingsronde van de Wedrenners en samen met de daaropvolgende Zevenheuvelenweg best een mooi stukje Nederland. Dijkstra en Ducrot hadden er niet echt aandacht voor (twee zinnen, misschien drie) en lieten onderaan de klim een opgenomen filmpje starten. Maar goed, ik kon nog wel zien hoe op de top het publiek rijendik stond en ik kon me, helemaal na afloop van het college, wel voor mijn kop slaan dat ik daar niet tussen stond. Dat was waarschijnlijk de enige keer dat een van de drie grote wielerrondes hier reed en ik heb het gemist.

Eérste pleister op de wond: een paar fietsmaten stonden aan het eind van de Zevenheuvelenweg en vonden het niet zo bijzonder. Tweede pleister: Volgend jaar start de Giro (Amsterdam) en Tour (Rotterdam) ook in Nederland. Eén ding: ik ben erbij!

Apotheek

Tja, wat doe je als je de dag voor een mountainbikewedstrijd je auto in de Duitse startplaats parkeert, richting inschrijving loopt en een apotheker ziet? Juist, je bent wedstrijdfietser, dus je haalt nog even een paar prestatiebevorderende middelen. Jammer dat het groepje bikers dat ook op de parkeerplaats stond niet echt naar ons keek, toen we naar binnen gingen en met een klein pakketje de apotheek weer uitkwamen. Ook de opmerking 'in Nederland krijg je dit alleen op recept' hoorde ze niet echt. Gelukkig hadden we er zelf schik om en hielp de onschuldige inhoud van het doosje me een dag later.

Cafeïne is een legaal prestatiebevorderend middel dat door miljoenen, misschien wel miljarden mensen dagelijks gebruikt wordt om wakker te worden, scherp te blijven of energie te krijgen. Het zit niet alleen in koffie en cola, maar het is ook in pilvorm te krijgen. Even oppassen met de dosering, maar je gaat er ook tijdens het fietsen hard op. Tibor had een hele strip bij zich en stond in het startvak al te stuiteren, ik beperkte met tot een viertal pilletjes voor onderweg. Daarvan verloor ik er onderweg in de Zierenberg Bikemarathon eentje, net als twee peperkoekrepen en een paar energiegelletjes. Dat laatste was niet zo slim, het was me vorige week ook al bijna overkomen, zo is te lezen in een verslag van collegabiker Riny. Met behulp van de cafeïne, een paar slokken cola en een halve banaan bij de laatste verzorging kon ik m'n race toch nog fatsoenlijk uitrijden.

Het ging wel lekker. Kon op de eerste klim met de kopgroep mee, maar moest ze op het eerste smalle paadje laten gaan omdat een Belg voor me uit z'n pedaal schoot. Was misschien maar beter ook, want ik was al goed in het rood aan het rijden en kon daarna m'n eigen tempo oppakken. Het parcours in de buurt van Kassel had een paar adembenemende uitzichten, zoals ik ze zelden tijdens een marathon heb gezien en een paar leuke technische afdalingen. Maar op de eerste kilometers van het twee keer af te leggen rondje na was het een racebaan. We gingen rond (106km, 2500hm) met een gemiddelde van boven de 24, says enough. Zevende werd ik, m'n eerste top tien overall in een Duitse marathon (de estafetterace van vorige week niet meegeteld). Tibor was misschien wel dankzij z'n dosis cafeïne (vijftien kopjes koffie totaal) ontketend, miste het podium op een haar na en werd vierde.

Uitslag hier.

maandag 24 augustus 2009

Winst


De goed gesoigneerde Zweedse prof die ik in de laatste ronde met ongeschoren benen inhaalde zal wel raar opgekeken hebben. Maar goed, hij deed de zes rondjes van vijftien kilometer en vijfhonderd hoogtemeters in z'n eentje. Tibor en ik mochten ze naar eigen inzicht verdelen. Het werd ieder drie keer één rondje volle bak knoepen over een paar enorm steile klimmen, een aantal stukken vals plat en een lange, slopende singletrack. De benen voelden matig - we hadden dan ook allebei al een koers van 109 kilometer in de benen - maar het tempo zat er toch wel lekker in. In een niet al te sterk startveld kwamen we zelfs als allereerste over de streep. Iets meer dan een vier uur, zes rondjes van ongeveer veertig minuten. Tibor deed over zijn drie rondes in totaal maar liefst twee seconden langer dan ik. Aan elkaar gewaagd, zullen we maar zeggen.


We wonnen het klassement voor tweepersoons teams met een minuut of vijf voorsprong op de nummers twee en lieten ook alle teams die met z'n drieen reden achter ons. De op weg naar de Olympische Spelen zijnde Zweed deed er solo één minuut langer over. Respect voor hem, want het parcours was slopend. Heb na de finish nog even m'n excuus aangeboden dat ik hem in de laatste vijf kilometer inhaalde. Vond-ie niet erg.


Als prijs kregen Tibor en ik net als alle andere winnaars in verschillende categorieën een schitterende buff (je weet wel, zo'n uit de kluiten gewassen zakdoek die erg goedkoop zijn in productie en waar veel organisatoren of sponsors voor weinig geld hun naam op laten drukken maar waar verder nooit iemand iets mee doet omdat het er niet uit ziet. Als je besluit zo'n ding toch om je hoofd te binden - tegen de kou denk ik dan - dan zorg je er wel voor dat ie nog een beetje kleurt bij je outfit of nog beter dezelfde kleur heeft als je helm. Valt hij minder op). Goed, we kregen op het podium een zwarte, want een roze hadden we bij de inschrijving gekregen en een oranje hadden we ook al want die kreeg iedereen die de steilste klim van het parcours opreed. Poetsdoeken genoeg dus de komende tijd, maar op hun buff-fetish na is de Eppstein Bikemarathon in het Taunusgebergte een absolute aanrader. Strakke organisatie, leuk concept.

Het was sowieso een mooi bikeweekend. Op zaterdag al meegedaan aan de Sauerland Marathon, die technisch niets voorstelt maar wel zwaar is vanwege het aantal klimkilometers. Hou ik wel van. Blind omhoog, blind naar beneden. Dankzij een straffe veteraan met een zeer Duitse naam die een verzet trapte waar Jan Ullrich U tegen zou zeggen in de tweede deel van de koers een aardige opmars kunnen maken. Hij reed toevallig voor hetzelfde team als de Zweed, dus hoe dat shirtje eruitziet vergeet ik niet meer. Uiteindelijk dertiende overall, slechts een paar minuten verwijderd van een top tien plek. De conditie is goed. We beginnen volgende week weer in topvorm aan het volleybalseizoen.

Hoogteprofiel van zaterdag, met zoals te zien is, een aantal pittige bergjes.

De drie rondes met wat losrijden tussendoor van zondag. We begonnen op hoogte - m'n peugeotje moest in de eerste versnelling naar boven.

dinsdag 18 augustus 2009

9.58


Negen seconde en achtenvijftig honderdste. Iets meer dan negeneneenhalve seconde. Honderd meter sprinten met een gemiddelde van meer dan zevenendertig kilometer per uur. Op een fiets lukt je dat nooit vanuit stilstand en ik betwijfel of mijn Peugeotje het zou redden. Usain Bolt, Thunderbolt. Wat een fenomeen, wat een brok spier. Wat een krachtsexplosie. Een Jamaicaan met gevoel voor show. Toch stond iets me tegen in het toneelstukje dat hij opvoerde voor de start van de - overigens fascinerende - WK finale zondagavond.

Bolt won een jaar geleden de finale van de Olympische Spelen en tien meter voor de finish begon hij dat al te vieren. Vond ik mooi, gepast ook, want als je zo oppermachtig bent op zo'n sterk bezet en prestigieus onderdeel dan mag iedereen dat weten. Dit weekend overdreef Bolt en trok hij een aantal van zijn concurrenten mee in het maken van rare bewegingen en tekens bij het voorstellen van de finalisten. Bolt poogde met een glimlach als een boer met kiespijn ontspannen over te komen, maakte wat van zijn bekende gebaren en liet de wereld daarmee weten dat hij en alleen hij ging winnen.

Dat hij dat dan doet in een fenomenale tijd, dat is de uitzonderlijke klasse van Bolt. Die klasse alleen is al genoeg om van hem een legende te maken. Usain, pas op, want één keer doe je je slecht geacteerde showtje voor de start en dan verlies je. Je hebt het niet nodig. Bewaar alles maar voor als je over de finish komt. Of iets ervoor.

zaterdag 15 augustus 2009

Ketting

Geen wijze lessen, terugblikken of excuses deze keer. Even wat frustraties wegschrijven over het onderdeel dat m'n hele fietsweek beïnvloed heeft.



Een fietsketting wil nog wel eens verslijten. Zeker op een mountainbike. Ze zorgen ook nog wel eens voor schakelproblemen en vaak is dat irritant. Dan ga je sleutelen, klooien met een kettingpons en dat kan je beter niet doen. Daar worden fietskettingen niet sterker van, ondervond ik deze week: twee keer trapte ik m'n fietsketting doormidden (gelukkig zittend) en na de laatste keer in de stromende regen, diep in het bos en ver van huis moest ik toch concluderen dat tijd was voor nieuw materiaal.

Een fietsketting heb je in verschillende soorten. Voor acht, negen of tien versnellingen. Koop je negen splinternieuwe tandwielen voor je achterwiel, heb je een bijpassende nieuwe ketting nodig. Zouden ze bij de fietsenwinkel toch moeten weten. Deze prutsers niet, die gaven me het verkeerde spul mee. Ach, benzine is gelukkig niet zo duur, Arnhem niet zo ver en ruilen mocht.

Is een fietsketting nieuw en de tandwielen achter ook, moet je maar hopen dat het werkt met je oude voorbladen. Ik had pech. Kostte me m'n derde training deze week. Even geen zin meer naar de fietsenmaker voor nieuwe, tijd voor de reservefiets. Die gepoetst en geolied. Zag er weer goed uit. Klaar voor mijn debuut in een streetrace zaterdagavond. Helaas. Een keer vol aanzetten tijdens het inrijden en ik wist meteen dat ook die ketting versleten was. M'n knie offerde zich gelukkig op voor mijn toekomstige kinderen, toen mijn ketting volledig van de tandwielen afschoot. Al deed ook dat pijn.

Toch maar gestart - ik had immers niet voor niets 40 kilometer gefietst om mee te doen - en dat had ik beter niet kunnen doen. Zittend aanzetten en korte bultjes oprijden uit angst om ook mijn andere knie te pijnigen leverde me een rit op in de middenmoot van de recreanten, waar ik had gehoopt mee te doen om de prijzen. Door hier en daar een beetje vriendelijk te lachen naar het publiek probeerde ik m'n doelloos rondrijden nog wat te verbloemen en na gelukkig maar een half uur klooien (11e) kwam ik over de finish. Ik ben in een lijn doorgereden de tent in, heb daar m'n nummer ingeleverd en binnen vijf minuten zat ik weer op fiets (met wind mee, gelukkig) richting Cuijk. Goodbye Melderslo: dat was de eerste en laatste keer dat ik aan een streetrace meedeed. Mountainbiken doe je in het bos en in de bergen. Niet op straat, door vrachtwagens en over speeltuinen.

Met de billen bloot: genieten in het achterveld na een halve ronde.

Morgen m'n wedstrijdfiets maar weer eens in orde gaan maken. Komend weekend hebben we 'm weer nodig. Marathon op zaterdag, koppelkoers met Tibor op zondag: hopelijk zonder kettingproblemen.

maandag 10 augustus 2009

Excuus

Lieverd,

duizendmaal sorry. Sorry voor die keer dat je uren in de regen en wind stond te wachten op een korte doorkomst zonder stoppen. Sorry dat ik toen ook niet zo'n lieve woorden voor je over had. Had je ook maar de juiste bidons klaar moeten hebben staan. Sorry ook voor die ontelbare keren dat je langs de zijlijn stond tijdens het voetbal. Sorry dat ik na al die voetbalwedstrijden in de kantine meer aandacht voor mijn teamgenoten en het bier had, dan voor jou. Sorry, echt sorry, voor elke keer dat ik je 's avonds alleen op de bank liet zitten als er getraind moest worden. En ja, we kopen een nieuwe televisie, maar eerst moet ik een nieuwe hockeystick en ook mijn schoenen zijn versleten.

Op vakantie? Ja, natuurlijk doen we dat ook nog lieverd, maar sorry, dan wil ik wel naar Italië want daar is het mooi fietsen en dan is er ook een wedstrijd waar ik graag aan mee wil doen. Sorry meisje, maar verbouwen kan nu echt niet. Ik weet dat het krap is met de kinderen, maar we hebben geen geld, ik wil in de winter ook op trainingskamp in de zon en daarbij wil ik niet zo veel klussen want dat is vermoeiend.

Lieverd, echt sorry, ik maak het goed en ja ik kom ook een keer bij jou kijken als ik dan zelf niet hoef te trainen. En ik weet dat je je verveelt op de tribune bij het volleybal en ja ik weet dat je graag wilt dat ik mee ga winkelen op zaterdag maar je weet dat ik dan wedstrijden moet spelen. De vriendinnen van mijn teamgenoten zitten er ook, waarom neem je die niet mee na afloop maar geef niet teveel uit. Dan gaan wij mannen lekker een biertje drinken en dan zie ik je wel weer als het eten klaar is. Kijken we daarna samen Studio Sport.

Ach, een sportman kan soms zo'n schapenzak zijn. Sorry dames.

donderdag 6 augustus 2009

Gesoigneerd


Een nieuwe hype in het wielerpeloton: compressiesokken. Fietsmaat Tibor bekritiseerde ze ernstig toen hij ze een paar jaar geleden voor het eerst zag, nu is ook hij om en lid van een steeds groter wordende groep wielrenners en mountainbikers die rijden alsof ze op weg zijn naar een voetbalwedstrijd: met sokken tot op de knieën. Het schijnt het herstel te bevorderen door een betere doorbloeding, waardoor je uiteindelijk weer harder gaat fietsen. Wielrenners heb ik ze alleen nog maar ná de koers aan zien hebben, maar tijdens mountainbikewedstrijden zie je ze meer en meer. Ongesoigneerd, is mijn oordeel. Een keer extra plassen en poepen voor de koers levert meer tijdswinst op. Maar goed, met mijn - volgens velen zeer ongesoigneerde - behaarde benen mag ik er weinig over zeggen. Daarbij riep ik tien jaar geleden dat ik mobiele telefoons onzin vond en kan ik nu niet meer zonder. Je zult zien dat ik over een paar jaar ook met die sokken rij. Vallen in ieder geval m'n beenharen minder op.

Gesoigneerd (mooi woord) zijn, het hoort bij de fietssport. Hoog opgetrokken sokken, smetloze outfit. Bijpassende, blinkend gepoetste schoentjes, bruingekleurde huid. Zonnebril in dezelfde kleur als de kleding, een kleur die in accenten terugkomt in de fiets. Wielrenners beweren er zelfs sneller van te gaan fietsen. Mario Cipollini was de koning wat dat betreft en zat altijd in perfecte outfit op zijn fiets. Bijna altijd dan, Cipo kon ook overdrijven. Het was Mario die tijdens de Tour de France en in andere grote rondes begon met de rest van zijn kleding aan te passen aan de trui die hij droeg. Toen vaak goed voor een boete, die Mooie Mario lachend accepteerde, nu rijdt een wielrenner in wat voor trui dan ook voor schut als hij geen bijpassende broek, helm, bril, schoenen en fiets heeft. Hoogtepunt van Cipollini's aandachttrekkerij met kleding was in de Tour van 1999, toen hij op de rustdag de kleding van zijn complete ploeg liet aanpassen in de stijl van het oude Rome en zichzelf voordeed als een Romeinse keizer.

Een ding hoort volgens vele wegwielrenners ook bij gesoigneerd zijn: trainen zonder helm, of met alleen fietspetje. Mario had er een handje van en nog zie ik regelmatig foto's van leeghoofdige profs in training. Volgens mij gaan ze daar allemaal de fout in. Fietsen zonder helm: wat mij betreft het meest ongesoigneerde wat je kunt doen. En dat zou je als prof toch moeten weten.

(noot van de redactie: in de stukjes 'Coolsingel' en 'Montafon' heb ik nog enkele foto's toegevoegd)

maandag 3 augustus 2009

Montafon

Het liefst was ik na tachtig kilometer met kleren en al in het zwembad waar ik voorbij fietste gesprongen. Maar ik besloot er nog 75 kilometer aan vast te plakken. En die gingen niet vanzelf, integendeel. Als ik zaterdagmorgen had geweten wat ik allemaal voor mijn wielen zou krijgen, weet ik niet of ik wel gestart zou zijn in de Montafon M3 Bikemarathon in Schrunz (Oostenrijk). Iets meer dan 155 kilometer. Loodzware kilometers, weet ik nu.

De eerste negentig waren op zich te doen. Had nog energie, prachtige uitzichten, fijn groepje. Een aantal technische stukken kostte me wel wat meer kracht dan gehoopt: ik voelde tijdens het (teveel) remmen de blaren in mijn handpalmen ontstaan en moest toch wel wat stukjes lopen. Tien kilometer na de doorkomst door het startdorp brak ik. Klim van negenhonderd hoogtemeters. Graadje of dertig, nul beschutting. M'n drinkvoorraad ging er in no-time doorheen. Het lekkere tempo bergopwaarts van een uurtje of drie terug, veranderde in zwalkend omhoog kruipen. Liters zweet drupte op mijn bovenbuis, terwijl ik met zes kilometer per uur het grind onder me door zag schuiven. Eenmaal boven wist ik dat ik het ging redden. Al was het alleen maar om dat pokkeding niet voor niets te hebben beklommen. Ik vulde mijn rantsoenen bij en stortte me op de volgende beklimmingen. Nog een keer of dertig dacht ik: 'waar ben ik mee bezig?' en de laatste klim duurde nog meer dan een uur. Maar ik haalde de finish - vraag niet hoe - na negenenhalf uur zadelpijn kweken.Wat een hobby.


Tibor reed drie keer lek en besloot de laatste vijfentwintig kilometer op zijn voorvelg te rijden. Met dit staaltje karakter à la Kenny van Hummel werd hij de held van het dorp en moest hij meerdere malen voor vreemde fotografen poseren. De velg overleefde deze heldendaad natuurlijk niet, maar had wonderbaarlijk genoeg geen slag. Herwin voelde zich de nacht voor de koers al ziek en wist wel nog binnen de tijdslimiet de eerste negentig kilometer te fietsen. Daarna besloot hij heel verstandig er mee te stoppen.


Uitslag van de wedstrijd is hier te vinden. Uitgebreid verslag over een tijd in Bikefreak-Magazine. Filmpje van de locale zender hier, hoogteprofiel in het plaatje hieronder.

Voor wielerliefhebbers: Ik gok drie keer buiten-, twee keer eerste en een twee keer derde categorie. Totaal 4800 hoogtemeters.

donderdag 30 juli 2009

Schumi

Schumacher gaat weer racen in de F1. Heb meteen medelijden met de testrijder van Ferrari. Die zit al jaren te hopen dat er op een of andere manier een plek vrij komt, dan komt die plek vrij.. gaat een 40-jarige oud-coureur er mee vandoor. Lijkt me zuur. Schumi is natuurlijk niet zomaar een coureur. Vaak wereldkampioen geworden, net zo vaak als Armstrong de Tour won. Beide heren kunnen slecht tegen hun verlies. Zie hier en hier wat Schumacher deed als in beslissende races concurrenten hem in wilde halen. Niet echt netjes. Hoe Armstrong nu afgeeft op Contador ook niet echt.

Schumi was (of is misschien nog wel) een goede vriend van Jos Verstappen. Jos was in de jaren negentig mijn idool. Ging vrij ver. Ik was een paar jaar lid van de Jos Verstappen Fanclub en heb zelfs een handtekening van z'n toenmalige vriendin. Ik bleef thuis voor elke race. Stond desnoods midden in de nacht op. Hoopte vurig op regen, want dan reed Jos goed en had hij niet veel last van zijn vaak slechte bolide. Ik voelde me ook persoonlijk aangevallen door het woord grindbak, dat vaak in een adem genoemd werd met de achternaam van Jos. Sloeg nergens op vond ik en eigenlijk vind ik dat nog steeds. Hij kon er zelf vaak niet veel aan doen dat ie in die bak stond. Na de millenniumwisseling werd m'n aandacht minder en minder. Geloof dat hij na die tijd in een oranje bolide nog een jaar hard gereden heeft. Met het verdwijnen van Jos uit de F1 verdween mijn interesse.

Waar Jos nu allemaal racet interesseert me ook niet meer. Vang zo nu en dan een berichtje op dat hij op een afgelegen kartbaan z'n handjes weer heeft laten wapperen. Deed-ie vroeger nooit, denk ik dan. Racen in de F1 zal Jos ook nooit meer doen. Schumi wel. Ik ben benieuwd. Zal me niets verbazen als hij razendsnel is. Gokje? Derde, net als Lance.

dinsdag 28 juli 2009

Primeur


Ze moest even aandringen, maar uiteindelijk zwichtte ik toch voor de vraag van de De Gelderlander-videoredactrice die naar Daags na de Tour was gestuurd om wat filmpjes te maken. Ze wist nergens wat van af, wist niet wie wie was en wat er ging gebeuren. Of ik even wat vragen voor d'r wilde stellen aan wat Tourrenners. Maakte niet uit wie. In gedachte zag ik mezelf al afgaan op camera. En daarbij klinkt het zo kut als je je eigen stem op band terughoort. Maar ik stond er toch en had voor mijn eigen verhaal voor de algemene sportkrant (primeur één van de dag) ook nog wat quotes nodig. Fränk en Andy had ik met een kladblokje in m'n hand in steenkolen-engels tussen de handtekeningjagende kinderen door al wat vragen gesteld. Relaxte gozers. Vooral Fränk nam alle tijd. Mijn twee voorbereide vragen bleken niet voldoende, en ik moest hals over kop met nog een vraag komen. Was niet de beste van de avond en ook meteen de laatste.

Maar goed, twee minuten later stond ik met camera in m'n nek tegenover Laurens ten Dam (primeur twee) en ondervond ik de macht van de microfoon. Iets later was op de startstreep ook Kenny bereid tot het beantwoorden van wat vragen. Na wat knipwerk is dit wat ze ervan gemaakt heeft. Mart, here I come.

maandag 27 juli 2009

Coolsingel

Gisteravond Andere Tijden Sport gezien. Ging over Rotterdam en de dagen van de moord op Pim Fortuyn en de UEFA-Cup-finale van Feyenoord tegen Borussia Dortmund. Ik was weer even helemaal terug in 2002.

Die woensdagavond van de finale was - ondanks de trieste gebeurtenissen vooraf - een van m'n mooiste avonden tot nu toe. Hoe mooi was het al hoe Pierre Feyenoord in de finale bracht, in de Kuip nota bene. Nog mooier was de finale zelf. Sterk elftal had Feyenoord toen met een fenomenale Van Hooijdonk, een noest werkende (dat moet ook wel met zo'n kop) Bosvelt en een toen al sterke Van Persie. Genoeg om twee matige backs te compenseren.

Met zeven man zaten we voor de televisie. Twee Ajacieden, drie PSV-ers, een niet-voetballiefhebber en een Feyenoorder. De laatste dat was ik. Aan de muur hing een Feyenoord-vlag, op de lamp zat een Feyenoord-mutsje en vooraf draaiden we de bekende Feyenoord-hits. Lee Towers zorgde samen met wat bier voor de sfeer. Bij elk doelpunt van Feyenoord knalde deze hit uit de luidsprekers en sprongen we alle zeven door de kamer. Ik heb zelfs twee Ajacieden van blijdschap naar buiten zien sprinten om daar een vreugdedansje te maken. Ook niet-voetballiefhebber Tom had een prachtige avond. Tom was vechtende tegen een hersentumor en heeft die strijd een half jaar later verloren. Ondanks z'n ziekte straalt het plezier op de foto's van die avond van z'n gezicht af.


Feyenoord won dus de finale. De volgende dag was er vanwege Fortuyn geen huldiging op de Coolsingel. Er zijn er veel die daar nu nog van balen. Ach, misschien staan ze er volgend jaar wel weer. Altijd blijven hopen.

(de uitzending van Andere Tijden kun je hier terugzien.)

zondag 26 juli 2009

Voorbij

Een startvak vol eenlingen, 's ochtends erg vroeg in een willekeurig dal. Reservebandjes aan frames getaped of in de achterzak gepropt. Pompje, tooltje en genoeg voeding mee. Twee driekwart-liter bidons gevuld. Sommigen getooid met camelbak. Windjackjes aan, vanwege de kou. Vanaf de start gaat het steil omhoog. Eerst nog over asfalt, daarna onverhard. Vanwege het grote startveld nog geen singletrack in het begin. De eerste klim is 450 hoogtemeters, in totaal moeten er meer dan drieduizend meter geklommen worden in meer dan honderd kilometer.
Vanaf de start is het ieder voor zich. Kleine groepjes van maximaal drie of vier man worden gevormd. Niet heel lang in dezelfde samenstelling. De een rijdt lek en moet zelf wisselen, de andere heeft verzorging van familie, die moet weer zijn bidons bij de algemene verzorging bijvullen. Vriendschappen ontstaan tijdens de koers.

Aan kop van de wedstrijd is het een slagveld en begint de uiteindelijke winnaar al na vijftien kilometer aan zijn solo richting roem. Achter hem doen honderden andere bikers, ieder op hun eigen manier, hetzelfde. Aan het eind van de dag finisht iedereen op de plek waar hij thuishoort. Niemand heeft zich kunnen verschuilen. Slechte benen worden afgestraft met minuten, soms zelfs uren tijdverlies. Materiaalpech hetzelfde verhaal, evenals een matige daaltechniek. Geen gezeik bij mountainbikewedstrijden, de sterkste wint. En dat kan van die andere fietssport niet altijd gezegd worden. Daar hebben ze dankzij ploegentaktieken, saaie parcoursen en pelotonvorming soms drie weken nodig om te bepalen wie de sterkste is. En toch baal ik dat die drie weken weer voorbij zijn.

donderdag 23 juli 2009

Commentaar

Ik heb er gelukkig niks van gehoord, maar een kleine televisieherbeleving van de koninginnerit van de Tour de France van 2009 op Nederland 1.

Dijkstra: "En daar gaat Sastre. Hij heeft het gisteren aangekondigd en er is niemand die reageert. Niemand reageert Maarten!"
Ducrot: "Oo wat mooi dit, wat mooi. Sastre is de eerste die aanvalt. Nota bene Carlos Sastre, de tourwinnaar van vorig jaar. Prachtig! Maar kijk, hij komt niet ver weg. Ze zitten te loeren, Herbert. Dit is het nieuwe wielrennen, wat mooi. Kijk, hij gaat wéér!"
Smeets: "Maar jongens. Mag ik dit zeggen? Ja dit mag ik zeggen. Die Sastre komt toch van me ammenooitniet weg? Kijk, hij kraakt al. Sastre kraakt! Ja nu is het buigen of barsten, Carlos!
Boogerd: "Daar gaan ze, daar gaat Schleck!"

Iets later. De Schleck-broers rijden op kop met Contador en Klöden in het wiel. Daarachter, op iets minder dan een minuut Wiggins, Armstrong en Nibali. Er gebeurt vanalles. Thank god, de Tour is niet meer saai. Spannender krijg je het niet. Dijkstra rebbelt gezellig verder.

Dijkstra: "Tja, en dan die Armstrong. Het verhaal is bekend. Toch knap wat hij hier weer laat zien. En dan te bedenken dat hij er drie jaar uit is geweest. De goede man heeft kanker gekregen en overwonnen, zeven keer de Tour gewonnen en ook nu rijdt hij weer met de beste mee omhoog. Ongekend dit. Hij doet het, zo weet iedereen, om aandacht te krijgen voor Livestrong-organisatie. Maar Maarten, je gaat me niet vertellen dat hij niet wil winnen? Die man moet presteren. Er is al zo veel over geschreven. Ik denk persoonlijk niet dat Lance de Tour nog kan winnen. Maar vanochtend aan het ontbijt, en daar zat jij bij Maarten, heb ik gelezen - ik heb het vandaag al een paar keer verteld - dat hij donderdag laat weten wie zijn nieuwe sponsor gaat zijn voor volgend jaar. Armstrong is nog van alles van plan, daar zijn we voorlopig echt nog niet vanaf. Komt daar Zabriskie nou terug vanuit de achtergrond?
Ducrot: "Dat is Vandevelde, Herbert! Die gaat zich nog een keer op kop nestelen voor Wiggins en zich de ribben uit het lijf fietsen. Mooi hoor, dit. Die Vandevelde, vorig jaar toch derde in de tour offert zich nu gewoon op voor Bradley Wiggins. Dat is een oud-baanwielrenner Herbert. Een baanwielrenner gaat hier met de beste mee bergop. Wat mooi!
Smeets: "Ik heb het gevoel dat Armstrong harder kan. Die dekselse Amerikaan zit in de tang"
Dijkstra: "En daar zien we vanuit de helikopter de l'eglise Notre Dame, gebouwd in 1753. Mooi camerewerk. Dat is toch weer een knap staaltje van die Fransen. Nee, maar Maarten. Wat moet je nu doen als je een van de Schleck-broers b.."
Boogerd: "Contador valt aan, Alberto gaat!"
Dijkstra: "En waar is Mentsjov, waar is Mentsjov? Weer geen Rabo. Ik zie ook geen Ten Dam. Robert Gesink heeft, zoals u waarschijnlijk al weet, de Tour met een gebroken pols moeten verlaten. Wat hadden we hèm hier graag in actie gezien."
Boogerd: "En Klöden moet lossen. Die doet hier een jasje uit."
Ducrot: "Dit is niet slim van onze goede vriend Contador. Die lost hier zijn teamgenoot"
Dijkstra: "Hoezo, Maarten?"
Boogerd: "Contador houdt in!"

(Schleck en Schleck keren terug in het wiel van Contador. Klöden is gezien)

Ducrot: "En nu zit hij geïsoleerd. Mooi hoor, dit. In het oude wielrennen zou het zo niet gebeurd zijn. Moet je kijken!"
Smeets: "En die heerlijke Armstrong, met die soepele pedaaltred en z'n stoïcijnse blik. Die maffe Texaan is nog wat van plan."
Dijkstra: "En hij krijgt hier niet voor betaald, Mart"
Boogerd: "Lance rijdt weg bij Wiggins!"
Smeets: "Mag ik dit zeggen? Ja dit mag ik zeggen. Told you, madames et monsieurs! Adieu, tot ziens en au revoir meneer Wiggins! U krijgt fietsles van de heer Lance Armstrong. Alstublieft."
Dijkstra: "En ik zie weer geen enkele Raborenner, jongens"

Zap. Geef mij maar de Belg.

(Ok, ik weet niet of Michael er gister bij zat en Mart doet alleen de avondetappe. Ik kan alleen zo genieten van dit filmpje - let op het gezicht van Mart - van Nico Dijkshoorn. Credits to him. Deze op TV Limburg is ook mooi, ff klikken op 29 juni. Maar het meest op mijn zenuwen werkt die dekselse Herbert Dijkstra.)


vrijdag 17 juli 2009

Kenny

Mijn eerste blogs gaan over weinig anders dan wielrennen, maar in komkommertijd met alleen een Tour de France waarin ook maar weinig gebeurt is het niet anders. Komt nog verandering in. Oja, om onduidelijkheden te voorkomen: m'n vorige blog is fictie. Of eerder: overdreven waarheid van sommige andere fietsers. Ik heb dus geen spiegel van een auto afgereden. Over naar de orde van de dag, Kenny van Hummel.

Kenny kan een aardig stukje sprinten. Gaat de weg een klein beetje omhoog, dan krijgt Kenny het moeilijk. Goh, wat had Kenny het zwaar in de Pyreneeën. Hij worstelde zich moederziel alleen tegen de flanken van een paar moordende cols op. Nee, dan is topsport echt niet meer leuk, vond Kenny. Vandaag gaat Kenny het weer zwaar krijgen met een paar mooie Vogezencolletjes op het programma. Kenny moet in de bus mee omhoog rijden van z'n ploegleider. Ik hoop het dat het hem lukt. Medelijden heb ik niet. Kenny krijgt er voor betaald. En als Kenny laatste wordt in het eindklassement van de Tour, strijkt hij mooi een paar extra euro's op in de criteriums. De tafel van de familie van Hummel zal over een paar weken vol staan met rode lantaarns. Kenny krijgt nu zelfs al aandacht van de New York Times

Eén ding Kenny. Als je je vandaag en over een paar dagen in de Alpen weer een onmogelijke col aan het opwerken bent, kijk eens om je heen. Vergeet die tijdslimiet en pijn in je benen. Vergeet dat er een bezemwagen achter je rijdt. Geniet van die vergezichten. Meer dan 150 kilometer en veel hoogtemeters alleen rijden is niet erg. Dat is juist mooi. Er zijn veel mensen die dat voor hun plezier doen. Met minder publiek en minder verzorging. Sommige zijn dat zelfs onverhard van plan. Op een mountainbike, Kenny. Ik zie nu al op tegen 1 augustus. Voor het plezier zei ik?