donderdag 30 juli 2009

Schumi

Schumacher gaat weer racen in de F1. Heb meteen medelijden met de testrijder van Ferrari. Die zit al jaren te hopen dat er op een of andere manier een plek vrij komt, dan komt die plek vrij.. gaat een 40-jarige oud-coureur er mee vandoor. Lijkt me zuur. Schumi is natuurlijk niet zomaar een coureur. Vaak wereldkampioen geworden, net zo vaak als Armstrong de Tour won. Beide heren kunnen slecht tegen hun verlies. Zie hier en hier wat Schumacher deed als in beslissende races concurrenten hem in wilde halen. Niet echt netjes. Hoe Armstrong nu afgeeft op Contador ook niet echt.

Schumi was (of is misschien nog wel) een goede vriend van Jos Verstappen. Jos was in de jaren negentig mijn idool. Ging vrij ver. Ik was een paar jaar lid van de Jos Verstappen Fanclub en heb zelfs een handtekening van z'n toenmalige vriendin. Ik bleef thuis voor elke race. Stond desnoods midden in de nacht op. Hoopte vurig op regen, want dan reed Jos goed en had hij niet veel last van zijn vaak slechte bolide. Ik voelde me ook persoonlijk aangevallen door het woord grindbak, dat vaak in een adem genoemd werd met de achternaam van Jos. Sloeg nergens op vond ik en eigenlijk vind ik dat nog steeds. Hij kon er zelf vaak niet veel aan doen dat ie in die bak stond. Na de millenniumwisseling werd m'n aandacht minder en minder. Geloof dat hij na die tijd in een oranje bolide nog een jaar hard gereden heeft. Met het verdwijnen van Jos uit de F1 verdween mijn interesse.

Waar Jos nu allemaal racet interesseert me ook niet meer. Vang zo nu en dan een berichtje op dat hij op een afgelegen kartbaan z'n handjes weer heeft laten wapperen. Deed-ie vroeger nooit, denk ik dan. Racen in de F1 zal Jos ook nooit meer doen. Schumi wel. Ik ben benieuwd. Zal me niets verbazen als hij razendsnel is. Gokje? Derde, net als Lance.

dinsdag 28 juli 2009

Primeur


Ze moest even aandringen, maar uiteindelijk zwichtte ik toch voor de vraag van de De Gelderlander-videoredactrice die naar Daags na de Tour was gestuurd om wat filmpjes te maken. Ze wist nergens wat van af, wist niet wie wie was en wat er ging gebeuren. Of ik even wat vragen voor d'r wilde stellen aan wat Tourrenners. Maakte niet uit wie. In gedachte zag ik mezelf al afgaan op camera. En daarbij klinkt het zo kut als je je eigen stem op band terughoort. Maar ik stond er toch en had voor mijn eigen verhaal voor de algemene sportkrant (primeur één van de dag) ook nog wat quotes nodig. Fränk en Andy had ik met een kladblokje in m'n hand in steenkolen-engels tussen de handtekeningjagende kinderen door al wat vragen gesteld. Relaxte gozers. Vooral Fränk nam alle tijd. Mijn twee voorbereide vragen bleken niet voldoende, en ik moest hals over kop met nog een vraag komen. Was niet de beste van de avond en ook meteen de laatste.

Maar goed, twee minuten later stond ik met camera in m'n nek tegenover Laurens ten Dam (primeur twee) en ondervond ik de macht van de microfoon. Iets later was op de startstreep ook Kenny bereid tot het beantwoorden van wat vragen. Na wat knipwerk is dit wat ze ervan gemaakt heeft. Mart, here I come.

maandag 27 juli 2009

Coolsingel

Gisteravond Andere Tijden Sport gezien. Ging over Rotterdam en de dagen van de moord op Pim Fortuyn en de UEFA-Cup-finale van Feyenoord tegen Borussia Dortmund. Ik was weer even helemaal terug in 2002.

Die woensdagavond van de finale was - ondanks de trieste gebeurtenissen vooraf - een van m'n mooiste avonden tot nu toe. Hoe mooi was het al hoe Pierre Feyenoord in de finale bracht, in de Kuip nota bene. Nog mooier was de finale zelf. Sterk elftal had Feyenoord toen met een fenomenale Van Hooijdonk, een noest werkende (dat moet ook wel met zo'n kop) Bosvelt en een toen al sterke Van Persie. Genoeg om twee matige backs te compenseren.

Met zeven man zaten we voor de televisie. Twee Ajacieden, drie PSV-ers, een niet-voetballiefhebber en een Feyenoorder. De laatste dat was ik. Aan de muur hing een Feyenoord-vlag, op de lamp zat een Feyenoord-mutsje en vooraf draaiden we de bekende Feyenoord-hits. Lee Towers zorgde samen met wat bier voor de sfeer. Bij elk doelpunt van Feyenoord knalde deze hit uit de luidsprekers en sprongen we alle zeven door de kamer. Ik heb zelfs twee Ajacieden van blijdschap naar buiten zien sprinten om daar een vreugdedansje te maken. Ook niet-voetballiefhebber Tom had een prachtige avond. Tom was vechtende tegen een hersentumor en heeft die strijd een half jaar later verloren. Ondanks z'n ziekte straalt het plezier op de foto's van die avond van z'n gezicht af.


Feyenoord won dus de finale. De volgende dag was er vanwege Fortuyn geen huldiging op de Coolsingel. Er zijn er veel die daar nu nog van balen. Ach, misschien staan ze er volgend jaar wel weer. Altijd blijven hopen.

(de uitzending van Andere Tijden kun je hier terugzien.)

zondag 26 juli 2009

Voorbij

Een startvak vol eenlingen, 's ochtends erg vroeg in een willekeurig dal. Reservebandjes aan frames getaped of in de achterzak gepropt. Pompje, tooltje en genoeg voeding mee. Twee driekwart-liter bidons gevuld. Sommigen getooid met camelbak. Windjackjes aan, vanwege de kou. Vanaf de start gaat het steil omhoog. Eerst nog over asfalt, daarna onverhard. Vanwege het grote startveld nog geen singletrack in het begin. De eerste klim is 450 hoogtemeters, in totaal moeten er meer dan drieduizend meter geklommen worden in meer dan honderd kilometer.
Vanaf de start is het ieder voor zich. Kleine groepjes van maximaal drie of vier man worden gevormd. Niet heel lang in dezelfde samenstelling. De een rijdt lek en moet zelf wisselen, de andere heeft verzorging van familie, die moet weer zijn bidons bij de algemene verzorging bijvullen. Vriendschappen ontstaan tijdens de koers.

Aan kop van de wedstrijd is het een slagveld en begint de uiteindelijke winnaar al na vijftien kilometer aan zijn solo richting roem. Achter hem doen honderden andere bikers, ieder op hun eigen manier, hetzelfde. Aan het eind van de dag finisht iedereen op de plek waar hij thuishoort. Niemand heeft zich kunnen verschuilen. Slechte benen worden afgestraft met minuten, soms zelfs uren tijdverlies. Materiaalpech hetzelfde verhaal, evenals een matige daaltechniek. Geen gezeik bij mountainbikewedstrijden, de sterkste wint. En dat kan van die andere fietssport niet altijd gezegd worden. Daar hebben ze dankzij ploegentaktieken, saaie parcoursen en pelotonvorming soms drie weken nodig om te bepalen wie de sterkste is. En toch baal ik dat die drie weken weer voorbij zijn.

donderdag 23 juli 2009

Commentaar

Ik heb er gelukkig niks van gehoord, maar een kleine televisieherbeleving van de koninginnerit van de Tour de France van 2009 op Nederland 1.

Dijkstra: "En daar gaat Sastre. Hij heeft het gisteren aangekondigd en er is niemand die reageert. Niemand reageert Maarten!"
Ducrot: "Oo wat mooi dit, wat mooi. Sastre is de eerste die aanvalt. Nota bene Carlos Sastre, de tourwinnaar van vorig jaar. Prachtig! Maar kijk, hij komt niet ver weg. Ze zitten te loeren, Herbert. Dit is het nieuwe wielrennen, wat mooi. Kijk, hij gaat wéér!"
Smeets: "Maar jongens. Mag ik dit zeggen? Ja dit mag ik zeggen. Die Sastre komt toch van me ammenooitniet weg? Kijk, hij kraakt al. Sastre kraakt! Ja nu is het buigen of barsten, Carlos!
Boogerd: "Daar gaan ze, daar gaat Schleck!"

Iets later. De Schleck-broers rijden op kop met Contador en Klöden in het wiel. Daarachter, op iets minder dan een minuut Wiggins, Armstrong en Nibali. Er gebeurt vanalles. Thank god, de Tour is niet meer saai. Spannender krijg je het niet. Dijkstra rebbelt gezellig verder.

Dijkstra: "Tja, en dan die Armstrong. Het verhaal is bekend. Toch knap wat hij hier weer laat zien. En dan te bedenken dat hij er drie jaar uit is geweest. De goede man heeft kanker gekregen en overwonnen, zeven keer de Tour gewonnen en ook nu rijdt hij weer met de beste mee omhoog. Ongekend dit. Hij doet het, zo weet iedereen, om aandacht te krijgen voor Livestrong-organisatie. Maar Maarten, je gaat me niet vertellen dat hij niet wil winnen? Die man moet presteren. Er is al zo veel over geschreven. Ik denk persoonlijk niet dat Lance de Tour nog kan winnen. Maar vanochtend aan het ontbijt, en daar zat jij bij Maarten, heb ik gelezen - ik heb het vandaag al een paar keer verteld - dat hij donderdag laat weten wie zijn nieuwe sponsor gaat zijn voor volgend jaar. Armstrong is nog van alles van plan, daar zijn we voorlopig echt nog niet vanaf. Komt daar Zabriskie nou terug vanuit de achtergrond?
Ducrot: "Dat is Vandevelde, Herbert! Die gaat zich nog een keer op kop nestelen voor Wiggins en zich de ribben uit het lijf fietsen. Mooi hoor, dit. Die Vandevelde, vorig jaar toch derde in de tour offert zich nu gewoon op voor Bradley Wiggins. Dat is een oud-baanwielrenner Herbert. Een baanwielrenner gaat hier met de beste mee bergop. Wat mooi!
Smeets: "Ik heb het gevoel dat Armstrong harder kan. Die dekselse Amerikaan zit in de tang"
Dijkstra: "En daar zien we vanuit de helikopter de l'eglise Notre Dame, gebouwd in 1753. Mooi camerewerk. Dat is toch weer een knap staaltje van die Fransen. Nee, maar Maarten. Wat moet je nu doen als je een van de Schleck-broers b.."
Boogerd: "Contador valt aan, Alberto gaat!"
Dijkstra: "En waar is Mentsjov, waar is Mentsjov? Weer geen Rabo. Ik zie ook geen Ten Dam. Robert Gesink heeft, zoals u waarschijnlijk al weet, de Tour met een gebroken pols moeten verlaten. Wat hadden we hèm hier graag in actie gezien."
Boogerd: "En Klöden moet lossen. Die doet hier een jasje uit."
Ducrot: "Dit is niet slim van onze goede vriend Contador. Die lost hier zijn teamgenoot"
Dijkstra: "Hoezo, Maarten?"
Boogerd: "Contador houdt in!"

(Schleck en Schleck keren terug in het wiel van Contador. Klöden is gezien)

Ducrot: "En nu zit hij geïsoleerd. Mooi hoor, dit. In het oude wielrennen zou het zo niet gebeurd zijn. Moet je kijken!"
Smeets: "En die heerlijke Armstrong, met die soepele pedaaltred en z'n stoïcijnse blik. Die maffe Texaan is nog wat van plan."
Dijkstra: "En hij krijgt hier niet voor betaald, Mart"
Boogerd: "Lance rijdt weg bij Wiggins!"
Smeets: "Mag ik dit zeggen? Ja dit mag ik zeggen. Told you, madames et monsieurs! Adieu, tot ziens en au revoir meneer Wiggins! U krijgt fietsles van de heer Lance Armstrong. Alstublieft."
Dijkstra: "En ik zie weer geen enkele Raborenner, jongens"

Zap. Geef mij maar de Belg.

(Ok, ik weet niet of Michael er gister bij zat en Mart doet alleen de avondetappe. Ik kan alleen zo genieten van dit filmpje - let op het gezicht van Mart - van Nico Dijkshoorn. Credits to him. Deze op TV Limburg is ook mooi, ff klikken op 29 juni. Maar het meest op mijn zenuwen werkt die dekselse Herbert Dijkstra.)


vrijdag 17 juli 2009

Kenny

Mijn eerste blogs gaan over weinig anders dan wielrennen, maar in komkommertijd met alleen een Tour de France waarin ook maar weinig gebeurt is het niet anders. Komt nog verandering in. Oja, om onduidelijkheden te voorkomen: m'n vorige blog is fictie. Of eerder: overdreven waarheid van sommige andere fietsers. Ik heb dus geen spiegel van een auto afgereden. Over naar de orde van de dag, Kenny van Hummel.

Kenny kan een aardig stukje sprinten. Gaat de weg een klein beetje omhoog, dan krijgt Kenny het moeilijk. Goh, wat had Kenny het zwaar in de Pyreneeën. Hij worstelde zich moederziel alleen tegen de flanken van een paar moordende cols op. Nee, dan is topsport echt niet meer leuk, vond Kenny. Vandaag gaat Kenny het weer zwaar krijgen met een paar mooie Vogezencolletjes op het programma. Kenny moet in de bus mee omhoog rijden van z'n ploegleider. Ik hoop het dat het hem lukt. Medelijden heb ik niet. Kenny krijgt er voor betaald. En als Kenny laatste wordt in het eindklassement van de Tour, strijkt hij mooi een paar extra euro's op in de criteriums. De tafel van de familie van Hummel zal over een paar weken vol staan met rode lantaarns. Kenny krijgt nu zelfs al aandacht van de New York Times

Eén ding Kenny. Als je je vandaag en over een paar dagen in de Alpen weer een onmogelijke col aan het opwerken bent, kijk eens om je heen. Vergeet die tijdslimiet en pijn in je benen. Vergeet dat er een bezemwagen achter je rijdt. Geniet van die vergezichten. Meer dan 150 kilometer en veel hoogtemeters alleen rijden is niet erg. Dat is juist mooi. Er zijn veel mensen die dat voor hun plezier doen. Met minder publiek en minder verzorging. Sommige zijn dat zelfs onverhard van plan. Op een mountainbike, Kenny. Ik zie nu al op tegen 1 augustus. Voor het plezier zei ik?


woensdag 15 juli 2009

Koers

Uit het dagboek van een toerfietser.

Maanden heb ik er naar toegeleefd. Dit moeten mijn 55 kilometer roem worden. Vorige week zondag nog een zware toertocht gereden. Korte uitslag. Deze dinsdagavond moet ik er staan. Zondag heb ik me laten masseren. Gisteren nog even losgefietst. M'n reserves zijn door vele borden pasta compleet gevuld. De vorm is er. Vandaag ga ik winnen.
Zodra we de bebouwde kom van Nijmegen uitrijden sleuren mijn fietsmaten op kop. Hard maken, die koers. Achterin het peloton zit het meteen op het kantje, ik zit nog makkelijk rond tiende positie. De eerste rotonde. Geen tegenliggers, we nemen hem tegengesteld. Gaat goed. We rijden Duitsland in. Een grote vrachtwagen komt ons tegemoet.Het moordende tempo heeft ieders adem op zo'n manier afgesneden, dat er amper lucht genoeg is om te waarschuwen. Gaat opnieuw net goed. Het tempo blijft hoog, anderen draaien mee. Ik voel me prima. Om mezelf te testen kom ik even op kop. Een blinde bocht neem ik op topsnelheid. Voelt lekker. Het eerste klimmetje en bijbehorende afdaling trekken we vol door. De groep dunt uit. Er rijdt iemand lek. Een sterke. Mooi, weer iemand minder. In de oversteek voor de Kartenspielerweg schieten we met tien man nog net voor een auto langs. De rest moet wachten. Ik geef het sein om vol door trekken. Jammergenoeg komt een traktor ons tegemoet. We rijden er door het gras langsop, maar de rest kan weer aansluiten. Jammer, dan moet het maar op de Holdeurn gebeuren. We jagen door. Een hond kunnen we net ontwijken. Geen valpartij, geen concurrenten geëlimineerd. Een klein stukje onverhard nemen we in volle vaart en we trekken het op een lint. Ik voel de kracht in m'n benen toenemen. De Holdeurn nadert. Ik zit in het achtste wiel, met mijn fietsmaten in een ware Cavendish-trein voor me. De sprint wordt aangegaan. In de binnenbocht pof ik hem er langs. Auto. Knal. Schrik. Slinger. Alleen de spiegel. Zit nog op mijn fiets. M'n snelheid ben ik kwijt. Een sterk menneke in een rood-wit-blauw shirtje is als eerste boven. Geen winst. Het negeren van al deze afspraken is overbodig geweest. Was ik maar een echte coureur. Dan had ik een oortje in en had mijn ploegleider me gewaarschuwd.

maandag 13 juli 2009

Held

Hij moet even slikken, als Mart Smeets begint met vragen over zijn contacten met een dubieuze Oostenrijkse dokter. Uiteindelijk liegt hij zich er goed door heen. Op het gezicht van Michael zoek ik naar een zekere blik, een blik die zijn onschuld bewijst. Ik kan hem maar niet ontdekken. Angstig kijkt hij om zich heen. Weer slikt hij. Hij heeft wel eens telefonisch contact gehad met de desbetreffende dokter, geeft hij toe. Weer iets dat tegen 'm spreekt. Ik wil het allemaal niet weten. Michael heeft niet gebruikt. Punt. Heeft ie het wel gedaan, dan mag het wat mij betreft in de grootste doofpot van Oostenrijk. Niet teveel meer optreden in tv-programma's Michael. Sla Mart over en laat het bij commentaar geven in een paar bergetappes in de Tour. En ga zeker niet naar Dit was het nieuws. Ask Thomas.

Michael was de reden dat ik vroeger op zondagen in het voor- en najaar te laat kwam op mijn werk bij een niet nader te noemen fastfoodketen. Altijd deed hij mee tot diep in de finale en moest ik mijn vertrek richting werk uitstellen totdat het echt te laat werd. Op de televisie in de personeelskamer zag ik pas de uitslag. Weer nèt niet. Het maakte me niet uit, als ie maar voorin mee reed. Van een specifieke keer dat Michael niet won baal ik wel nog steeds. Misschien omdat ik er zelf bij was. Op het WK van 1998 in Valkenburg had hij moeten winnen, maar reed hij vlak bij de plek waar ik met mijn vader hem de hele dag had aangemoedigd lek. Dat had hem moeten zijn, hij was die dag de sterkste. Gelukkig was hij dat ook op deze dag. Denk het zouteloze commentaar van Mart maar weg.

Dit is de eerste en laatste keer dat ik het over (en ik spreek het woord ook maar een keer uit) doping ga hebben. Als gezegd, ik wil het niet weten. Ik doe mijn oogkleppen weer op. Kijken naar pakhazen die hard een berg op rijden is ook leuk.

Begin

Al een tijd loop ik met het plan om verhalen die de drukpers niet halen of daarvoor niet geschikt zijn ergens op te schrijven. Verhalen over sport. Sport die ik zie in real-life of televisie of zelf meemaak. Hopelijk vermakelijk, de tijd zal het leren. Geef me in het begin alstublieft het voordeel van de twijfel.

Oja, waarom ik juist nú begin? Michael Boogerd. Held, in opspraak en onderwerp van m'n eerste stukje.

Veel plezier!
Juul.

Oja, reageren is toegestaan. Graag zelfs.