donderdag 26 augustus 2010

Allemaal

Het pistooltje van Alberto.  Michael Boogerd die met de grootst mogelijke glimlach terwijl hij een kettingkje kust over  de finishstreep rijdt. De verbaasde blik van Jeroen Blijlevens, terwijl hij van gekkigheid niet weet wat hij met z'n armen moet doen. Kan er naar blijven kijken, het juichen van winnende wielrenners.



Ik kan nog wel even doorgaan. Het vingertje en de pure focus van Lance Armstrong. Marco Marcato van Vacansoleil die tijdens de afgelopen Ronde van Polen te vroeg juicht en het ongeloof van Erik Dekker als hij op onmogelijk wijze Parijs-Tours wint, zijn armen breed gespreid. Het simpele twee, erg lange armen in de lucht van Mario Cippolini, Mark Cavendish die zijn aantal gewonnen Tour-etappes telt en Carlos Sastre die een speen in zijn mond duwt, omdat hij net vader is geworden. Of van iets verder terug: Gerrie Knetemann die de hand van Joop Zoetemelk de lucht in tilt als hij op de Champs-Élysées de laatste meters van zijn gewonnen Tour fietst. Toch, het mooiste blijft de simpelste. Eén hand aan het stuur, de andere in de lucht met een gebalde vuist.

Al dat juichen, het lijkt niet gespeelde emotie. Pure ontlading, uit de grond van het hart. Raar denk ik dan, je houdt jezelf en iedereen voor de gek. Je weet dat je de boel bedondert! Geen problemen met je geweten? O nee, ik vergis me. Ze spelen állemaal vals. Dat maakt winnen misschien nog wel lastiger. Nee, ik heb niks gezegd. Dan zou ik ook juichen.

Verklaart ook waarom ik er naar kan blijven kijken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten