zondag 26 juli 2009

Voorbij

Een startvak vol eenlingen, 's ochtends erg vroeg in een willekeurig dal. Reservebandjes aan frames getaped of in de achterzak gepropt. Pompje, tooltje en genoeg voeding mee. Twee driekwart-liter bidons gevuld. Sommigen getooid met camelbak. Windjackjes aan, vanwege de kou. Vanaf de start gaat het steil omhoog. Eerst nog over asfalt, daarna onverhard. Vanwege het grote startveld nog geen singletrack in het begin. De eerste klim is 450 hoogtemeters, in totaal moeten er meer dan drieduizend meter geklommen worden in meer dan honderd kilometer.
Vanaf de start is het ieder voor zich. Kleine groepjes van maximaal drie of vier man worden gevormd. Niet heel lang in dezelfde samenstelling. De een rijdt lek en moet zelf wisselen, de andere heeft verzorging van familie, die moet weer zijn bidons bij de algemene verzorging bijvullen. Vriendschappen ontstaan tijdens de koers.

Aan kop van de wedstrijd is het een slagveld en begint de uiteindelijke winnaar al na vijftien kilometer aan zijn solo richting roem. Achter hem doen honderden andere bikers, ieder op hun eigen manier, hetzelfde. Aan het eind van de dag finisht iedereen op de plek waar hij thuishoort. Niemand heeft zich kunnen verschuilen. Slechte benen worden afgestraft met minuten, soms zelfs uren tijdverlies. Materiaalpech hetzelfde verhaal, evenals een matige daaltechniek. Geen gezeik bij mountainbikewedstrijden, de sterkste wint. En dat kan van die andere fietssport niet altijd gezegd worden. Daar hebben ze dankzij ploegentaktieken, saaie parcoursen en pelotonvorming soms drie weken nodig om te bepalen wie de sterkste is. En toch baal ik dat die drie weken weer voorbij zijn.

1 opmerking:

  1. Mooi Juul.

    Zo denk ik soms ook tijdens het kijken. Wie zou er nu echt het sterkste zijn als ze als eenling rijden en vanaf kilometer 15 beginnen met aanvallen, de sterkste dus en niet en van de knechten.....

    Reinhard

    BeantwoordenVerwijderen